donderdag 24 december 2020

Kerst in een dorp als Almsbrick

Je kent ze vast wel: die nostalgische kerstplaatjes van kinderen in de sneeuw. Of groepjes Carol Singers. In mijn eigen woonkamer prijkt elk jaar sinds half november een Dickensachtig kerstdorpje.

A Joyful Christmas
[Public domain], via Public Domain Pictures

Het is niet voor het eerst dat ik over victoriaanse kersttradities schrijf en dit artikel is ook in het online kerstmagazine van KokBoekencentrum verschenen. Maar toch leek het me leuk om nog eens uit de doeken te doen hoe je kerst zou vieren als je rond 1880 in een Engels dorp als Almsbrick leefde. Dit is wat er staat te gebeuren… 

Kerstpudding

Allereerst begin je vroeg met de voorbereidingen. De laatste zondag voor advent is Stir-up Sunday. Je moet het beslag van de traditionele kerstpudding roeren, met een houten lepel, met de klok mee. En niet alleen jij – je schakelt al je gezinsleden hiervoor in. Tenslotte wil je niet dat één van hen komend jaar ongelukkig is, toch? Vandaar ook de kleine verrassingen in de pudding. Dus bijt je tijdens het eten bijna je tanden stuk op een zilveren muntje? Dan kun je toch blij zijn, want je gaat een voorspoedig jaar tegemoet! 

Christmas door James Clark (ca. 1902)
[Public domain], via Wikimedia Commons

Kerstcadeautjes

Heb je gehoord dat er de afgelopen jaren in de grote stad echte warenhuizen zijn geopend? En dat ze rond kerst adverteren met geurflesjes, horloges en (al dan niet educatieve) spelletjes? Maar ja, jij woont in een dorp. Als je al cadeautjes kunt betalen, komt er toch nog wel wat handwerk aan te pas.

Merry Christmas Greetings
[Public domain], via Public Domain Pictures

Een zelfgemaakt speldenkussen in de vorm van een aardbei voor je moeder. Of een geborduurde boekenlegger. Gebreide sokken en een sjaal voor je man. Wil je hem iets romantisch geven? Dan kun je met je eigen haar zijn initialen op een zakdoek borduren. Bijvoorbeeld. Voor de kinderen moet je ook aan wanten of een schortje denken. Misschien houten diertjes of een lappenpop. Op kerstochtend ga je hun reactie zien…

Kerstkaarten

Heb je verwanten en vrienden die in de stad zijn gaan werken? Of in het huishouden van een rijke familie uit de omgeving? Stuur ze dan een kerstkaart!
Sinds de ‘Penny Post’ van 1840 kun je met een postzegel van een penny een brief of kaart sturen in heel Engeland. En sinds 1870 kost het zelfs maar een halve penny. Gedrukte kaarten zijn ook niet meer zo duur, dus je hoeft ze niet zelf te maken. Wel krijg je last van keuzestress. Een ouderwets landschap of iets met dieren? Of de populaire afbeeldingen van kinderen in de sneeuw, hulst en kerstklokjes? Het roodborstje staat symbool voor de postbode, die in vroeger tijden een rode uniformjas droeg, zoals in het schilderij The Country Letter Carrier van J.P. Hall (1859).



Dat verklaart waarom het roodborstje vaak bij een brievenbus zit. In 1880 roepen de posterijen voor het eerst op om de kaarten vooral op tijd te versturen, gezien de verwachte drukte. Je bent dus gewaarschuwd!

Kerstdecoratie

Het is tijd om je huis(je) gezellig te maken met kerstgroen uit de vrije natuur. Je maakt kransen en slingers van hulst met rode besjes en klimop. Daarnaast kun je papier en lint gebruiken voor wat meer kleur.

Christmas Eve door Carlton Alfred Smith,
[Public domain], via Wikimedia Commons

En vergeet de mistletoe niet! Zelfs Amerikaanse bezoekers verbazen zich over de frivole traditie van de Britten om daaronder een kus te stelen. Valsspelen mag niet: bij elke kus moet een besje worden geplukt, en als het takje leeg is…

Onder de mistletoe, Woolson Spice Co.
Miami U. Libraries - Digital Collections,
[No restrictions], via Wikimedia Commons

Kerstboom

Mijn bronnen zijn het niet eens over het moment waarop je mag gaan versieren, maar één ding staat vast: de boom komt er niet in voor kerstavond. Áls hij er al in komt, want in de kleine arbeidershuisjes vind je hem niet. De Duitse echtgenoot van koningin Victoria bracht de traditie mee naar Engeland en wie wel de mogelijkheid heeft, imiteert natuurlijk graag plaatjes van het perfecte, koninklijke gezinnetje.

Christmas Morning door Harry Roseland (1915),
[Public domain], via Wikimedia Commons

Je kinderen mogen helpen met versieren: slingers waaraan je noten en gemberkoekjes kunt rijgen, lint, papieren bloemen… wat glinstert alles mooi dankzij de echte kaarsjes! Wees wel voorzichtig, dan heeft de vrijwillige brandweer van Almsbrick ook een leuke kerst.

The Christmas Tree door Albert Chevallier Tayler (1911),
[Public domain], via Wikimedia Commons 

Kerstliedjes

In de twee à drie weken voor kerst kun je muziek verwachten in de dorpsstraten. Diverse zanggroepjes doen hun best iedereen een feestelijk gevoel te geven. Ze verdienen natuurlijk een traktatie of iets warms. Samen muziek maken is sowieso populair, ook thuis. Er zijn diverse zangbundels verkrijgbaar, zoals Bramley en Stainer’s Christmas Carols New and Old (1869). Een kleine greep uit het victoriaanse repertoire: O Come all ye Faithful (1843), O Little Town of Bethlehem (1868), Away in a Manger (1883).

The Christmas Carol, gepubliceerd door Hatch Litho. Co.,
[Public domain], via Wikimedia Commons


Kerstochtend

Misschien had je een kerstnachtdienst verwacht, maar die traditie is vooral rooms-katholiek. De kans is groter dat je op de ochtend van Eerste Kerstdag je familie en vrienden treft in de dorpskerk, waar je samen – nog steeds met genoegen – de bekende kerstliederen zingt.

Je hebt vanmorgen in elk geval geen moeite hoeven doen om de kinderen uit bed te krijgen. Is jouw huishouden vrij arm, dan zijn ze dolgelukkig als ze fruit en noten in de kerstsok (populair sinds 1870) bij de haard vinden.

The Three Wise Men of the West (Christmas 1914)
Internet Archive Book Images, [No restrictions], via Wikimedia Commons

In een welgestelder huishouden worden een voor een de kaarsjes in de kerstboom aangestoken en staan ze popelen om te ontdekken wat eronder ligt! Maar waarschijnlijk moeten ze dan wel geduld hebben tot na de kerkdienst.

Vergeet niet dat het ook je christelijke plicht is om goed te zijn voor de armen, vooral nu. Zowel de kerk als huishouddeskundige Mrs. Beeton benadrukt dat.

Christmas Prayers door Henry Bacon (1872),
[Public domain], via Wikimedia Commons

Kerstdiner

Bij dit kopje denk je aan kalkoen, hè? Of misschien nog aan die machtige kerstpudding met niervet, eieren, rozijnen, nootmuskaat en cognac? Het is waarschijnlijker dat er gans op het menu staat, of in het noorden van Engeland rundvlees. Kalkoen was voor veel mensen te duur. Aan de andere kant bevatte het koninklijke kerstmenu voor Victoria en haar familie rundvlees én een paar geroosterde zwanen!

Christmas Comes But Once A Year door Charles Green
[Public Domain], via Wikimedia Commons

De overige gerechten op jouw tafel variëren – afhankelijk van je inkomen – van geleipudding en vleespasteitjes tot aardappelen (eerder gekookt dan gebakken) en appelsaus.

Ben je arm, dan stel je je tevreden met konijn. Het is mij niet duidelijk of je dat zelf hebt vetgemest of in een strik hebt gevangen. (Ik wil het misschien ook niet weten.) In elk geval mag je hem voor een prikkie in de oven van de dorpsbakker braden.

Vergeet aan het eind van de avond de Christmas crackers niet. In 1847 begon de Engelse banketbakker Tom Smith deze knalbonbons te verkopen: suikergoed in een koker met een gekleurd papiertje en gedraaide uiteinden. Hij deed er later ook kleine presentjes of rijmpjes in, maar het echte succes kwam in 1860. Toen voegde hij het knaleffect toe, geïnspireerd door het geknetter van zijn haardvuur. Eén gedichtje dan:

Just a scrap of paper – Yet its message hear
Ever and for ever - Shall I love thee, dear.

Wie wil dat nou niet horen met kerst?

Kinderen met Christmas crackers, 
Nova Scotia Archives, [No restrictions], via Wikimedia Commons

Boxing Day

Bijna is je kerstfeest nu voorbij, want een officiële Tweede Kerstdag bestaat niet. Wel wordt 26 december Boxing Day genoemd. Huishoudelijk personeel krijgt een kerstpakket (‘box’) of fooi en een vrije dag, na met kerst hard te hebben gewerkt. Ook steeds meer andere werknemers ontvangen iets soortgelijks. En dankzij de treinen kunnen ze misschien wel een dagje in Almsbrick op bezoek komen!

Voor jou begint het gewone leven weer, maar je hebt genoeg mooie herinneringen om een jaar vooruit te kunnen. Ik wens je fijne kerstdagen!

Kerstkaart
Indiana State Library and Historical Bureau, [Public domain], via Wikimedia Commons


vrijdag 13 november 2020

Gunst, krijg ik nu een hoofdrol?

Geloof het of niet, maar personages uit mijn boeken kunnen mij verrassen. En daar kan ik erg van genieten!

Neem nou Prudence Goodwin, de jongste doktersdochter uit De draad die ons verbindt. Haar rol in dat verhaal is niet bijzonder sympathiek te noemen. Het was dan ook helemaal niet mijn bedoeling, maar toch had ik met haar te doen. Al vanaf het moment waarop ze stampij maakte over haar gescheurde japon, voelde ik dat daar meer achter moest zitten. Dat Prudence misschien wel irritant, maar ook erg ongelukkig was.

Dus toen ik er na het afronden van De draad die ons verbindt nog niet aan toe was om afscheid te nemen van het dorp Almsbrick en alle verschillende inwoners, was de keuze snel gemaakt.


Ik heb de novelle Kerst in Almsbrick geschreven, waarin een hoofdrol voor Prudence Goodwin is weggelegd. Vrij letterlijk zelfs, want het verhaal gaat over het kerstspel dat de dorpskinderen instuderen. Natuurlijk loopt dat niet allemaal volgens plan...

Ik hoop dat je het leuk vindt om samen met mij terug te keren naar een besneeuwd Almsbrick en een aantal oude bekenden weer te zien in een nieuw verhaal.

De novelle Kerst in Almsbrick is als bonus toegevoegd aan Kerst op Ivy Hill van Julie Klassen. Als e-book en luisterboek is het verhaal ook los verkrijgbaar.


dinsdag 20 oktober 2020

Een mooi rijtje

Zoals jullie weten, vind ik het leuk om jullie mee terug in de tijd te nemen. Vandaag gaan we niet zo ver, namelijk naar het voorjaar van 2014.

Toen had ik eindelijk genoeg moed verzameld om het manuscript van Op de vleugels van de wind naar een uitgeverij te sturen, en tijdens een wandeling vertelde ik dat aan mijn moeder, die het verhaal al had proefgelezen.

‘Ik heb hem eerst naar Kok gestuurd,’ zei ik. ‘Die geeft ook de boeken uit van Lynn Austin, Julie Klassen, Jody Hedlund...’
‘Toe maar,’ reageerde mijn moeder gekscherend. ‘Kon je geen grotere vinden?’
Met een stalen gezicht haalde ik mijn schouders op. ‘Ik vond dat mijn verhaal wel mooi in dat rijtje paste.’
Maar stiekem verwachtte ik gewoon een afwijzing. En daarna nog een paar voordat misschien, hopelijk toch eens een uitgever interesse zou tonen.

Het liep anders, want inmiddels zijn er drie romans van mij door KokBoekencentrum uitgegeven! 

Waarom vertel ik dit nu? Omdat er weer iets leuks is gebeurd. Kijk maar...


Foto's: © Dineke Epping

Het ging namelijk als volgt: 
  1. Na De draad die ons verbindt besloot ik een kerstverhaal te schrijven dat zich in hetzelfde dorpje afspeelt, als aardigheidje voor mijn website of zo.
  2. Het kerstverhaal groeide uit tot een hele novelle van bijna 100 pagina's: Kerst in Almsbrick.
  3. En die novelle Kerst in Almsbrick is nu als bonus toegevoegd aan Kerst op Ivy Hill van niemand minder dan Julie Klassen!
In mijn boekenkast heb ik de Ivy Hill-serie alvast naast mijn eigen boeken gezet. Een mooi rijtje...



zondag 13 september 2020

De dubbele boom

De plaatsen waar mijn romans zich afspelen, bevinden zich meestal aan de overkant van Het Kanaal (op zijn minst). Toch heb ik voor De draad die ons verbindt ook inspiratie opgedaan op een klein plekje heel dicht bij huis…

Foto: © Dineke Epping

‘Er ligt grasland achter de boerderij,’ deelde juffrouw Stubbs mee, ‘met een stuk of wat fruitbomen. Och, wat heb ik hier veel cider staan maken. En appelmoes, niet te vergeten. Kijk, juffrouw Brady, daarginds ligt een klein eikenbos op een heuvel: Oak Hill. Nu snapt u het.’
Wilson kwam naast haar staan, iets te dichtbij naar haar zin. ‘Het bos vormt de grens tussen de boerderij en Trench’ herberg.’ […]
‘[…] De dubbele boom is nu beter zichtbaar. Daar moet je het meisje eens mee naartoe nemen, jongen.’
Dat klonk als een soort afspraakje. Wat dacht de oude vrouw wel niet? Eileen schudde haar hoofd. ‘Ik denk niet…’
‘Een andere keer misschien,’ zei Wilson resoluut. ‘Vandaag is er werk te doen.’
Eileen wist zeker dat dat op andere dagen ook zo was.

Uit: De draad die ons verbindt, hoofdstuk 14

Langs een fietspad in de bossen bij mijn woonplaats staat de dubbele boom: een beuk en een den die helemaal met elkaar vergroeid lijken te zijn. Je wandelt of fietst er heel gemakkelijk voorbij. Zelf had ik dat ook al regelmatig gedaan zonder er veel aandacht aan te besteden.

Tot ik er toch op een dag weer bij stilstond hoe bijzonder het eigenlijk is dat beide bomen zo groot zijn geworden… En hoe prachtig ik dat een plekje in mijn verhaal kon geven…

Foto: © Dineke Epping

Foto: © Dineke Epping

Het was gemakkelijk om aan de dubbele boom voorbij te lopen, zelfs nu boer Stubbs verschillende omliggende eiken had gerooid. Matthew werd echter alleen maar meer geboeid door de beuk en de dennenboom die zo wonderlijk met elkaar verstrengeld waren. Twee vreemdelingen die hun plek niet hadden opgegeven. Niemand zou hebben verwacht dat twee bomen zo dicht naast elkaar – hun takken door elkaar – beide zo groot konden worden. Op sommige plekken leken ze volledig aan elkaar gegroeid te zijn, met elkaar versmolten. En dat metershoog. U hebt ze laten groeien, Here God, tegen alle verwachtingen in. Ik denk dat ik dat wel hoopgevend vind.

Uit: De draad die ons verbindt, hoofdstuk 18

Foto: © Dineke Epping

zondag 30 augustus 2020

Sikkels klinken, sikkels blinken...

Het oude oogstlied roept bij mij een romantisch plaatje op van een glooiend goudgeel graanveld met een vrolijke groep maaiers.

Sikkels klinken, sikkels blinken,
Ruisend valt het graan
Voor een arbeider of kleine boer als Matthew Wilson uit mijn roman De draad die ons verbindt is het in werkelijkheid behoorlijk afzien tijdens de zomermaanden. Lange dagen, zwaar werk. Overigens, ook voor rijke boeren als Howell is dit een drukke tijd, ook al kan hij waarschijnlijk veel aan het personeel en de machines overlaten.

Harvest Rest door George Cole
[Public domain], via Wikimedia Commons

Harvest Time door Myles Birket Foster
[Public domain], via Wikimedia Commons

Ten tijde van De draad die ons verbindt zijn er grote verschillen. Een rijke herenboer als Howell heeft in 1881 al geïnvesteerd in een maaimachine of zelfbinder, wat het werk aanzienlijk gemakkelijker en sneller maakt (maar waardoor ook arbeiders werkloos raken).

Oak Hill Farm is met zo’n zes hectare veel kleiner, en Matthew is dan ook nog steeds aangewezen op het maaien met de zeis. Flora Thompson schrijft in haar memoires Lark Rise to Candleford over dit onderscheid:

Op de velden waar de oogst was begonnen, was het druk en bedrijvig. Destijds was de mechanische maaier met lange, rode, draaiende armen als molenwieken al in de omgeving verschenen; maar hij werd door de mannen beschouwd als een hulpmiddel, een speeltje voor boeren; de zeis deed nog steeds het meeste werk en ze dachten niet dat die ooit zou worden vervangen. Dus terwijl de rode wieken in één veld draaiden en de jongeman op de bestuurdersstoel van de machine opgewekt naar zijn paarden riep en vrouwen hem volgden om het koren in schoven te binden, scherpten in het volgende veld een groep mannen hun zeisen en maaiden met de hand, zoals hun vaders dat vóór hen hadden gedaan.

In de oogsttijd worden veel rondtrekkende arbeiders ingehuurd. Sommigen daarvan keren jaar na jaar terug naar dezelfde boerderijen, zoals grote en kleine Pat en Mikey uit Ierland.
Het oogsten is echt teamwork met een rij maaiers, iemand die de aren verzamelt en daarachter de bindsters (vrouwen en oudere kinderen) die de schoven met gevlochten draad binden en ze vervolgens rechtop zetten, zodat ze kunnen drogen.
In elke regio gelden eigen tradities rond het maaien en binden van de laatste schoof. In Shropshire heet deze ‘the mare’ en wordt hij als een soort trofee beschouwt.

Illustratie uit The Book of the Farm, Henry Stephens, 1851
[No restrictions], via Internet Archive Book Images, Flickr

Om de zeis gedurende de werkdag scherp te houden, draagt de maaier een strekel of wetsteen bij zich, die hij met enige regelmaat langs het blad strijkt. Maar echte beschadigingen worden aangepakt door de zeis te haren: met een speciale hamer worden op een klein aambeeldje de oneffenheden uit het blad geklopt. Op het schilderij hieronder is een man daarmee bezig. Echt een precisieklusje! Ikzelf vond het ontzettend leuk dat mijn tante nog een haarspit en haarhamer in haar schuur bleek te bewaren.

Haymaking door Léon Augustin Lhermitte
[Public domain], via Wikimedia Commons

Nadat de schoven enkele weken hebben staan drogen, worden ze op een platte wagen naar de boerderij gebracht. Er zijn veel handen nodig om ze te verzamelen en netjes op de kar te laden (met de halmen naar binnen) met een hooivork. 

The last load door George Cole
[Public domain], via Wikimedia Commons

Als alles is opgeladen, mogen de vrouwen uit de omgeving aren lezen. Ik moet toegeven dat ik dit gebruik vooral kende uit het Bijbelverhaal van Ruth, maar ook in Engeland verzamelt men op deze manier graan om zelf de winter door te komen.

The gleaners door Alexander Mann
[Public domain], via Wikimedia Commons

Tja, en dan is het wel begrijpelijk dat het einde van deze drukke en enerverende oogsttijd uitbundig wordt gevierd. Grote boeren organiseren vaak een eigen feest voor hun (vaste en ingehuurde) personeel met goed eten en veel bier. Het gaat er vaak vrij ruw aan toe met drinkspelletjes en dansen.
Gelukkig gelden ook hier per dorp eigen tradities, zodat ik in de gelegenheid was om een centraal feest midden in Almsbrick te houden. Hier kan Prudence Eileen uitdagen en Matthew de confrontatie met Edmund aangaan. En uiteindelijk kunnen Matthew en Eileen nader tot elkaar komen... Of toch niet? ;-)

The Lovers door Henri Martin
[Public domain], via Wikimedia Commons

zaterdag 15 augustus 2020

Schaapjes op het droge

Nee, dit bericht gaat niet over de hoogte van mijn salaris of de toestand van mijn bankrekening. ;-) We gaan terug naar het dorp Almsbrick uit De draad die ons verbindt. Vandaag vertel ik iets meer over Oak Hill Farm, de boerderij die Matthew probeert over te nemen en op te knappen. Het uiterlijk zien jullie via Pinterest (de woning is te huren voor een vakantie in victoriaanse stijl).




Veruit de meeste boerderijen in victoriaans Engeland worden gepacht van een landheer, zoals in dit geval Sir Alfred Almsworth (maar ook William, de graaf van Rassmore uit mijn andere roman Thuis op Dunleigh Hall). Gereedschappen, werktuigen, dieren, etc. zijn wel het eigendom van de boer. En omdat de dieren nu eenmaal de leukste plaatjes opleveren, gaan we daar vooral naar kijken! 

Shropshire-schapen

De BBC-serie Victorian Farm, waarin drie historici een jaar lang op Victoriaanse wijze een boerderij in Shropshire bestieren, was voor mij een belangrijke informatiebron én de reden dat mijn roman in deze regio speelt. In Shropshire hield men veel schapen, zo ook op Oak Hill Farm. Het Shropshire-schaap heeft een zwarte kop en poten. Het is een sterk ras dat goede wol levert. Ze krijgen vaak tweelingen. Een Engels rijmtje zegt dat een ram bij de ooien op Guy Fawkes’ Day (1 november) zorgt voor lammeren op Old Fool’s Day (1 april).

Shropshire schapen op Acton Scott Historic Working Farm
door Shropshire & Telford TSB [CC BY 2.0], via Flickr

In twee heel verschillende boeken (Het herdersleven van James Rebanks en Ver van het stadsgewoel van Thomas Hardy) vond ik de methode om een weeslammetje door een andere ooi groot te laten brengen. Dat paste zo goed bij het thema van De draad die ons verbindt dat ik het beslist in mijn roman moest verwerken. De geboorte van de eerste lammetjes is één van mijn favoriete scenes geworden!

Lam onder mammies toeziend oog (is het geen schatje?)
door Shropshire & Telford TSB [CC BY 2.0], via Flickr

Daarnaast komt het wassen van de schapen aan de orde (in het koude voorjaarswater van de beek, brr!) en enkele dagen later (als de olieproductie weer op gang is gekomen) het scheren.

Bij het wassen werken de boeren en arbeiders uit Almsbrick samen, behalve degenen (zoals boer Howell) die rijk genoeg zijn om eigen herders en een eigen bassin te hebben. Eenmaal gewassen zijn de schapen eenvoudig naar de juiste boerderij terug te leiden, omdat hun lammeren daar zijn achtergebleven.

Schapen wassen in de beek
door Percy Benzie Abery [CC0], via Wikimedia Commons

Vervolgens strijken rondtrekkende scheerders op Oak Hill Farm neer. Het scheren is zwaar en intensief werk. In Matthews dagen wordt het nog met een soort schaar gedaan, zoals op de foto hieronder.

Schapen scheren
door  Joseph E. Wing [Public domain], via Wikimedia Commons

Smokey, het werkpaard

Meer dan een boerderijdier is het paard waarmee Matthew werkt. Smokey is een Shire, een groot en sterk paardenras, dat ook gewillig is en daardoor prettig om mee te werken. Er wordt gezegd dat de Shire in staat is vijf ton te trekken. Hij is dus zeker geschikt voor de ploeg of een volgeladen hooiwagen. Met zo’n zes hectare is Oak Hill Farm geen erg grote boerderij, maar toch is het praktisch onmogelijk om het werk gedaan te krijgen zonder een goed paard. De trouwe Smokey is voor Matthew onmisbaar!

Ploegen met een Shire op Acton Scott Historic Working Farm
door Shropshire & Telford TSB [CC BY 2.0], via Flickr


Tamworth-biggen

Ook de varkens heb ik overgenomen van Victorian Farm. De roodharige Tamworths hebben lange snuiten. Het oude ras groeit niet snel en werd daardoor minder populair, maar tegenwoordig komen ze weer steeds meer voor als scharrelvarkens.

Tamworth-varkens
door Petefromstaffs, via Pixabay

Ze staan vrij hoog op de poten en kunnen hard lopen, zoals ook de arme Prudence ondervindt. Zoek op internet maar eens naar de Tamworth Two, een tweetal dat in 1998 bij een Engels abattoir aan de slagers wist te ontkomen. Ze waren meer dan een week voortvluchtig en ontkwamen door alle media-aandacht uiteindelijk aan hun lot.

Als Matthews varkens niet weer ontsnappen, zullen ze wel gewoon bij de slager belanden... maar dat is gelukkig pas na afloop van De draad die ons verbindt!

zondag 2 augustus 2020

Rondleiding door het dorp Almsbrick

Vandaag gaan we met zijn allen een flinke wandeling maken. Ik laat jullie graag de belangrijkste plaatsen van Almsbrick zien, het dorp waarin mijn roman De draad die ons verbindt zich afspeelt.
Voor veel gebouwen vond ik inspiratie bij het openluchtmuseum Blists Hill Victorian Town. Ik heb ze alleen soms verplaatst naar locaties die ik persoonlijk handiger vond. De bakker naast de kruidenier, bijvoorbeeld...   

Image by Vinson Tan from Pixabay

We nemen de hoofdweg als uitgangspunt, en starten onze wandeling vanaf Almsbrick Manor, het landhuis van Sir Alfred en Lady Almsworth. Vandaar is het ongeveer tien minuten lopen naar het dorp. Dat kunnen echter enerverende minuten zijn, zoals Eileen Brady tijdens haar eerste wandeling heeft ervaren! Wij lopen ontspannen langs bossen en struikgewas tot we de bewoonde wereld naderen.

De kerk van dominee Greenwood

De kerk (eigenlijk Holy Trinity Church in Holdgate)
door Roger Kidd [CC BY-SA 2.0], via Wikimedia Commons

Rechts van de hoofdweg springt de grote zandstenen kerk met de dikke massieve toren direct in het oog. Hij heeft een mooie gebeeldhouwde deuropening en op de top van de vierkante toren is een versierde borstwering met hoektoppen. De klok in de toren is voor veel dorpsbewoners van groot belang om bij de tijd te blijven; ook Eileen maakt er een paar keer gebruik van.

Rondom de kerk liggen oude graven, sommige al eeuwenoud en scheefgezakt. Andere, zoals die van Herbert Trench, zijn helaas recenter.

De school van meester Timmons

Tegenover de kerk ligt de school, aan de linkerzijde van de hoofdweg. Het verharde plein is ommuurd met de rode stenen waaruit ook het gebouw is opgetrokken. Een smeedijzeren hekje leidt naar de ingang met puntdak.

De school (in Blists Hill Victorian Town)
door David Nixon [CC BY-SA 2.0], via Geograph

Er gaan zo’n 40 kinderen tussen de 5 en 14 jaar naar deze school en die zitten voornamelijk in één lokaal bij meester Timmons. Dat vraagt om improvisatietalent van onze jonge schoolmeester. Hij krijgt wel wat hulp van twee oudere leerlingen, de monitoren. De lessen zijn van 9.00 uur tot 12.00 uur en van 14.00 uur tot 16.30 uur.

Voor de allerkleinsten is er een aparte ruimte en begeleiding door juffrouw Bassett. Dat er soms al ukkies van twee jaar in haar klas zitten, is uit nood geboren. Als de school ze niet zou opvangen, houden de ouders hun oudere kinderen thuis om op te passen, aangezien zijzelf moeten werken.

Sinds 1880 is onderwijs officieel verplicht voor kinderen tot 10 jaar. Toch kan meester Timmons er weinig tegen uitrichten dat de helft van zijn leerlingen in de oogsttijd wegblijft om op het land de handen uit de mouwen te steken.

Klaslokaal (Blists Hill Victorian Town)
door John Morris [CC BY-NC-SA 2.0], via Flickr

De smederij van Downes

We komen bij een kruising, en op deze strategische plek vinden we rechts de werkplaats van smid Downes met een grote, openstaande deur.

Smederij (Blists Hill Victorian Town)
door Andrew M. Whitman [CC BY-NC-ND 2.0], via Flickr

Terwijl de vakman in zijn leren schort een paardenbeen tussen zijn knieën klemt, staat onder de boom al een tweede dier op nieuwe hoefijzers te wachten. Het werk is belastend voor de rug en begint de oudere smid zwaar te vallen. Omdat hij zelf geen zoon heeft die het bedrijf kan overnemen, is hij blij met de terugkeer van zijn leerling Tom Merchant.

A farrier shoeing a ploughhorse door Edward Robert Smythe
[Public domain], Wikimedia Commons

Ook Tom hoeft niet te klagen over gebrek aan werk, aangezien werkpaarden op de boerderij zo’n zes weken met de ijzers doen. Naast het beslaan van de paarden maakt en repareert hij bovendien gereedschap als ploegen en eggen, of spades en seizen.

De praktijk van dokter Goodwin

Vlakbij hetzelfde kruispunt, maar dan aan de linkerzijde van de hoofdweg, staat een fraaie cottage. Het is de woning die dokter Goodwin huurt van Sir Alfred Almsworth.

zondag 19 juli 2020

Soldaat Wilson, geef acht!

'Uitschot,' noemt generaal Wellington de manschappen met wie hij tegen Napoleon strijdt. Schrijver Rudyard Kipling vertelt in zijn gedicht Tommy (1890) hoe soldaten worden geminacht totdat er een tijd aanbreekt waarin ze het vaderland moeten beschermen. 

Toch beweert men dat mannen in uniform een bepaalde aantrekkingskracht hebben. Kennelijk maakte de beroemde rode jas ook indruk op mij, want het leek me ontzettend leuk om een soldaat als hoofdpersoon te nemen. En zo is Matthew Wilson uit De draad die ons verbindt aan zijn (eerste) beroep gekomen. 

De Slag bij Peiwar Kotal op 2 december 1878
tijdens de tweede Anglo-Afghaanse Oorlog,
waarin ook Matthew heeft gevochten
door Harry Payne [Public domain], via Wikimedia Commons

Generaal Wellington had niet helemaal ongelijk, want soldaten kwamen destijds uit de kansarme, onderste lagen van de samenleving. Als Matthew in 1871 samen met Tom in dienst gaat, is die situatie verbeterd door de invoering van een kortere diensttijd (ca. 6 jaar actieve dienst, gevolgd door 6 jaar reservetroepen). Daardoor is een afzwaaiende soldaat nog jong genoeg om een fatsoenlijk bestaan op te bouwen, en dat trekt iets beter gesitueerde jongemannen met een verlangen naar avontuur. Zoals Matthew dus. 

North Staffordshire Regiment (64th Foot)
door Harry Payne [Public domain], via Wikimedia Commons

Was dat soldatenleven in vredestijd nou echt zo avontuurlijk? Ik waag dat te betwijfelen, hoewel reizen normaal gesproken voor velen niet was weggelegd. Matthews dag wordt nu bepaald door trompetsignalen. Soldaat J.E.A. Troyte beschrijft in september 1873 de volgende dagindeling: 


Klinkt dit boeiend of niet? De parade of exercitie bestaat vooral uit het herhalen van gezamenlijke bewegingen om snel bepaalde formaties te kunnen vormen. Alle neuzen (of geweerlopen) dezelfde kant op. Je moet bedenken dat een veldslag in die tijd wordt gevoerd door legers die vrij letterlijk op elkaar af marcheren en vervolgens gelijktijdig hun geweren afvuren.

Royal Horse Artillery en 66th Foot voor de Slag bij Maiwand
door Richard Caton Woodville, Jr. [Public domain], via Wikimedia Commons

Ik vind het een vreemd gezicht als ik dit zie in bijvoorbeeld North & South over de Amerikaanse Burgeroorlog (zelfs met toeschouwers op de heuvels!). Of in de Sharpe-films die ik toevallig ontdekte toen ik inspiratie zocht voor Matthews uiterlijk (kwam ik wéér generaal Wellington tegen). 

Matthew maakt deel uit van de lichte infanterie, wat hem meer bewegingsvrijheid, maar ook meer verantwoordelijkheid geeft. Hij wordt ingezet bij verkenningstochten, verrassingsaanvallen, hinderlagen en als scherpschutter. Van hem wordt meer eigen initiatief verwacht, terwijl de lijninfanterie meer als massa bevelen opvolgt, simpel gezegd. 

De soldij die Matthew hiervoor ontvangt, bedraagt een shilling per dag (to take the Queen's shilling was de Engelse uitdrukking voor in dienst gaan). Hiervan worden inhoudingen voor groente, thee, de was, enz. afgetrokken, maar in vergelijking met andere arbeiders in die tijd is het niet slecht. Tom kan zelfs nog iets bijverdienen met werk als smid. 

The Manchester Regiment
door Harry Payne [Public domain], via Wikimedia Commons

Veel inspiratie haalde ik uit de korte verhalen die Rudyard Kipling (bekend van The Junglebook) schreef over een drietal soldaten in India. Hij was de eerste in zijn tijd die gewone soldaten zonder rang neerzette als sympathieke, zij het niet al te verfijnde, personen. Die schreef over kameraadschap, sterke verhalen en trots op het regiment, maar ook over hondengevechten, slaande ruzies en kattenkwaad. Want zoals hijzelf beweerde in Tommy: mannen in barakken worden niet ineens heilige boontjes. Matthew wordt er alleen maar levensecht door.

Eerste publicatie van Soldiers Three van Rudyard Kipling
door JLRosenb [CC BY-SA 3.0], via Wikimedia Commons

Valt het je trouwens op hoeveel mannen op de bovenstaande afbeeldingen een snor dragen? Geloof het of niet, maar van 1860 tot 1916 stond in de uniformvoorschriften van het Britse leger het volgende: 

The hair of the head will be kept short. The chin and the under lip will be shaved, but not the upper lip…

De verplichte snor schijnt te zijn voortgekomen uit India en de Arabische gebieden, waar gezichtshaar een teken van mannelijkheid en macht is. En wat willen de Britten hier uitstralen? Juist, ja...

Als laatste deel ik via Pinterest graag de afbeelding met jullie die mij inspireerde tot de scene waarin Matthew Kerst viert tijdens een tussenstop van het troepenschip in Port Saïd. Daar moest ik gewoon iets mee doen, ook al had die arme Matt er helemaal geen zin in...

maandag 6 juli 2020

Een steekje los

Ik geef het toe, zelf kan ik nog net ergens een knoop aanzetten of een losgeraakt zoompje herstellen. Daar houdt mijn vaardigheid met naald en draad wel een beetje op. Er ging een wereld voor mij open toen ik voor naaister Eileen Brady uit De draad die ons verbindt de trapnaaimachines van Singer ging bestuderen.

Singer naaimachines, 1904
Miami U. Libraries - Digital Collections [Public domain], via Wikimedia Commons

En wat was het gaaf om er dan in de middagpauze een paar bij de plaatselijke kringloopwinkel aan te treffen! Natuurlijk moesten die op de foto! (Mijn collega’s hebben niet gedaan alsof ze mij niet kenden, dus blijkbaar heb ik me toch nog redelijk normaal gedragen.)

Trapnaaimachines bij kringloopwinkel De Waar
eigen foto's

Isaac Singer, de man achter het bekende merk, leefde in Amerika, had een opvallende persoonlijkheid en een niet geheel onbesproken levensstijl. Maar ook een geweldig gevoel voor marketing. Hij bedacht constructies voor betaling in termijnen en wist er zo voor te zorgen dat zijn naaimachines bereikbaar werden voor gewone vrouwen. Zo ook voor Eileen Brady.

Eileen groeit op in een dorp in Shropshire en komt als tiener in dienst bij de dorpsnaaister, mevrouw Tomkins. Zij heeft direct in 1866 Singer’s New Family Machine gekocht: een compacte trapnaaimachine die voor vrijwel alle soorten stof geschikt is. De standaardprijs voor een eenvoudig gedecoreerd exemplaar is £4 4s, met een meubel erbij kost hij tot zo’n £20. Dankzij het formaat en de afbetalingsmogelijkheden worden er steeds meer aangeschaft voor huishoudelijk gebruik.

Singer's New Family Machine werd ook wel 'fiddle base' genoemd.
Ik hoef niet uit te leggen waarom...
Foto door Nancy Drew [CC BY 2.0], via Flickr

In het najaar van 1872 vertrekt Eileen halsoverkop naar de stad Shrewsbury zonder iets mee te nemen. Haar treft het lot van veel arme vrouwen: bij spaarzaam licht in een klein kamertje naait ze onderdelen voor overhemden. Ze krijgt per stuk betaald, een hongerloontje. Uiteindelijk kan dit werk haar niet uit het armenhuis houden.
By Lamp Light door Harriet Backer (1890)
[Public domain], via Wikimedia Commons

Eileen krabbelt gelukkig op en wordt in de zomer van 1873 door madame Carroll in dienst genomen. Haar talent en vastberadenheid zorgen ervoor dat ze carrière kan maken. Eind 1880, aan het begin van De draad die ons verbindt, heeft ze een functie bereikt waarbij ze ook japonnen mag ontwerpen en contact heeft met klanten, zoals de illustere Lady Almsworth. Ze verdient dan zo'n £80 per jaar.

Maar het leukste moment om te schrijven was de scene die in maart 1881 plaatsvindt. Dan arriveert Eileens gloednieuwe trapnaaimachine, een Improved Family Machine die sinds 1879 op de markt is, en sneller en stiller werkt dan ooit dankzij een nieuw mechanisme en een rond spoeltje. 

Uit de handleiding van de Singer Improved Family Machine
via Woodland Quiltworks

Op internet vond ik hiervan zelfs een ingescande handleiding om Eileen op weg te helpen! Op zulke momenten doe ik net als zij een rondedansje:

‘Nou, nou,’ protesteerde Moira lachend. ‘Ik geloof warempel dat je er blij mee bent.’
‘Blij?’ Eileen pakte haar beide handen. ‘Ik ben dolgelukkig! Ik had nooit gedacht dat ik me dit kon veroorloven. Dat jij me deze werkkamer hebt aangeboden, heeft beslist geholpen.’
‘Ik denk toch dat vooral jouw eigen naaitalent je opdrachten oplevert. Maar ik ben blij dat je je hier thuis voelt.’
Niet verder denken nu. ‘Dat kan toch niet anders?’
Vrolijk zwierde ze Maggie nog eens in het rond, die juichte van plezier. Moira ving haar lachend op.
‘Is hier soms een feestje?’
Abrupt stonden ze stil. Met rode wangen streek Moira haar rok glad. Eileen bedwong de neiging om hetzelfde te doen...

Uit: De draad die ons verbindt, hoofdstuk 17 
 

Singer's Improved Family Machine
Boston Public Library [CC BY 2.0], via Flickr