zondag 26 november 2017

Een kijkje op Dunleigh Hall

Dunleigh Hall bestaat natuurlijk alleen in mijn fantasie. Sterker nog, ik heb eerst gegoogeld of ik geen echte namen te pakken had toen ik William Garney zijn thuis en zijn titel gaf. Maar voor het uiterlijk van het landhuis heb ik me wel laten inspireren...

De voorzijde van het landhuis
Door Michael Ritter 1946 (Eigen werk) [CC BY-SA 4.0], via Wikimedia Commons
Wie van jullie heeft Pride and prejudice gelezen of de verfilming gezien? En wie herinnert zich de scene waarin Elizabeth met haar oom en tante een rondleiding door Pemberley House krijgt (en de eigenaar onverwacht thuiskomt)?

Vandaag staat een soortgelijke rondleiding door Dunleigh Hall op het programma. De huidige graaf en gravin zijn op huwelijksreis en zullen ons niet storen. Dus: dames, trek een uitgaansjapon aan; heren, zet een hoed op en begeleid ons naar het Ierland van 1876.


De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat de foto’s in dit bericht van Emo Court zijn, een Iers landhuis dat wél echt bestaat en dat... tja... toevallig erg veel op Dunleigh Hall lijkt. 😉

Zodra ons rijtuig stilhoudt voor de ingang van Dunleigh Hall zijn we onder de indruk van de portiek met vier elegante, Ionische zuilen. Met ons hoofd in de nek bekijken we de geveldriehoek met het gebeeldhouwde wapen van Rassmore.


Vol ontzag passeren we de leeuwen en beklimmen de zeven treden naar de grote dubbele paneeldeuren die de huishoudster, mevrouw Towers, voor ons opent.


Mevrouw Towers verwelkomt ons in de grote, achthoekige hal. Deze heeft in alle vier schuine hoeken een donkere, houten deur. Twee daarvan zijn nep, vertelt zij ons, maar ze maken de hal symmetrisch.
De lichtblauwe muren geven enige vriendelijkheid aan de hal, maar zijn inmiddels voor een deel behangen met reliëfleer. Werk in uitvoering... De huidige graaf heeft een goede reden voor het aanbrengen daarvan, vertrouwt mevrouw Towers ons toe.

In de linkerhoek staat een grote kist met vloerkleden, rechts een harnas. Het zou gebruikt zijn in de slag die op een indrukwekkend schilderij wordt afgebeeld. Rondom een grote, staande klok bevindt zich een verzameling speren, zwaarden, lansen en andere middeleeuwse wapens.
We vragen ons af of de nieuwe Lady Rassmore dit imponerende arsenaal zal kunnen waarderen wanneer het echtpaar terugkeert van de huwelijksreis.


We nemen geen van de vier (of eigenlijk dus twee) houten deuren, maar passeren een grotere doorgang naar de ronde zaal, vaak ‘de marmeren salon’ genoemd, die je hierboven ziet. Daar houden we onze adem in. De zaal is twee verdiepingen hoog en heeft een opvallende koepel met een plafond in blauw en wit. Hij is weelderig ingericht met beeldhouwwerken in alle nissen. Het mozaïek van de parketvloer bevat het Rassmore-wapen met zijn heraldische kroon van parelmoer. De kroonlijsten zijn verguld en er hangen kostbare schilderijen. Het raam geeft uitzicht op de prachtige tuinen met de standbeelden van de Vier Seizoenen.


We zouden het tijdens een bal moeten zien, aldus de trotse mevrouw Towers, voordat er financiële problemen waren. Dan is de ruimte extra stijlvol, omdat hij wordt gekoppeld met de eetkamer, de salon en de grote bibliotheek. Wat zal deze balzaal veel verhalen te vertellen hebben!

We nemen de deur aan onze linkerhand om de eetkamer te bekijken. Het is een elegante kamer, met hoge ramen die uitzicht geven op het park, en een marmeren open haard. Het plafond uit 1835 is bijzonder mooi, met pleisterwerk in een eikenbladmotief, dat symbool staat voor de vele eikenbomen op het landgoed.


De grote tafel en stoelen in het midden zijn gemaakt door een gerenommeerde meubelmaker uit Dublin, waarvan de naam ons echter niet bekend in de oren klinkt. Wat een voorrecht moet het zijn om hier met adellijke dames en heren van een meergangendiner te genieten.


Terug in de ronde zaal kijken we nog eens omhoog naar de koepel, om vervolgens aan de overzijde de salon binnen te gaan. Deze salon is als laatste kamer van het huis voltooid tijdens het leven van Lord Rassmores grootvader, de tweede graaf. De rococo-haard van Carrara-marmer bevat prachtige details. Op het plafond is een wolkenlucht afgebeeld, terwijl de kroonluchter afkomstig is uit Venetië. De vleugel laat zien dat de familie belang stelt in muziek.


Vanuit de salon brengt mevrouw Towers ons naar de grote bibliotheek. Deze strekt zich uit van de voorkant tot de achterkant van het huis aan de oostzijde.


De bibliotheek ademt luxe en grootsheid uit. Volgens de huishoudster is ieder soort boek er te vinden, van legerlijsten tot romans van Sir Walter Scott en de uitvindingen van Archimedes. ‘Ze moeten alles eens opnieuw ordenen,’ oordeelt ze met een lach. ‘Dan zullen ze merken hoeveel nutteloze boeken ze bezitten.’
Voor ons is het alleen maar indrukwekkend, en dat geldt niet alleen voor de hoeveelheid boeken.


De bibliotheek heeft de vorm van een lange galerij en de ruimte is verdeeld in drie delen door zuilen van groen Connemara-marmer bekroond met vergulde kapitelen. Het interieur is groen, en reflecteert daarmee zowel het marmer binnen als het groen van de tuin buiten. Een prachtig uitzicht hebben we bij de grote ramen in de ronde erker!


Nog steeds onder de indruk van alle pracht en praal – ook al moet er wel een en ander worden opgeknapt – bedanken we de vriendelijke huishoudster, geven haar een royale fooi en besluiten de dag met een wandeling door de tuinen, langs de verwaarloosde boomgaard, naar het meer van Dunleigh.


En dan sluit ik af door het landhuis vanuit de lucht te tonen, een plaatje dat zelfs ik met mijn grote fantasie niet in een 19e-eeuwse rondleiding kan verwerken. 😉


Zie je op je mobiel niet alle afbeeldingen? Schakel dan over naar de internetversie van de site.

maandag 20 november 2017

Van crinoline naar queue

Vandaag nemen we een kijkje bij de mode in de tijd dat Caroline Milton in Thuis op Dunleigh Hall aan het uitgaansleven gaat deelnemen. Natuurlijk wilde zo'n 19-jarig meisje niet uit de toon vallen bij haar leeftijdsgenoten. Niets nieuws, volgens mij.

In een eerder bericht heb ik de crinoline laten zien die in de jaren 1850 modern was bij de hogere klassen (bij Katie uit Op de vleugels van de wind). De crinoline was een geraamte dat de rokken rondom helemaal wijd liet uitstaan. Je hoeft maar naar de plaatjes te kijken om te snappen hoe onpraktisch deze mode was (zoals Jim terecht tegen Katie opmerkt).

Baljapon van zijde, 1856-59

Terwijl Caroline Milton uit Thuis op Dunleigh Hall opgroeit tot een jonge vrouw verdwijnt de crinoline dan ook uit het modebeeld. Aan de voorkant en zijkant vallen de jurken nu grotendeels natuurlijk langs het lichaam. Dat is beslist niet het geval aan de achterzijde. De vrouw uit 1876 maakt zich beduidend drukker over haar slanke (ingeregen) middeltje dan om de omvang van haar derrière. Die was indrukwekkend, dankzij de queue de Paris.

De wat? Nou, inderdaad. Over haar ondergoed draagt Caroline nog altijd een soort steunconstructie om haar middel: de tournure.

Links: tournure van metaaldraad omhuld met katoen uit 1871
Rechts: tournure van metaal en linnen uit 1872-74
Links: tournure van metaal en linnen uit 1875-78
Rechts: tournure van katoen en paardenhaar uit 1873

Gemaakt van staaldraad, paardenhaar, rollen stof en/of kussentjes kan de tournure de grote hoeveelheid stof van de japon ondersteunen die nu niet om Caroline heen maar naar achteren wordt gedrapeerd, met een weelde aan strikken, lint en kant. Op de japon hieronder kun je goed zien hoe dit is samengebonden en uitloopt in een sleep. Het is wel duidelijk dat de extra steun aan de achterkant nodig is.

Avondjapon van zijde met goudversiering uit 1878-80

Je ziet ook dat de japonnen in die periode veel roesjes, kantjes en sierstrookjes hebben om een meisjesachtig effect te creëren. De nadruk ligt op de smalle, hoge taille.

Katoenen japon uit de jaren 1870

De officiële benaming van het ding onder alle draperieën is de tournure, maar vanuit de 18e eeuw was nog de naam cul de Paris blijven hangen. Vanwege het fatsoen wordt die term al snel vervangen door queue de Paris. Zeg nou zelf, uit de mond van een dame klinkt 'staart' nu eenmaal netter dan 'kont'. Ook in het Frans.

Japon van katoen en zijde uit ca. 1875

Tegen de tijd dat we Caroline aan het eind van het boek verlaten, verdwijnt de tournure met de nogal onpraktische sleep. Enkele jaren is een hele strakke rok in de mode, waarin de dames slechts kleine stapjes kunnen nemen. Aan de achterzijde dragen ze dan alleen een klein kussentje, maar omstreeks 1883 keert de tournure in extremere vorm weer terug. Je kunt er wel een theekopje op plaatsen!
Zou ik een nieuwe hoofdpersoon zo'n jurk durven aantrekken?

Links: avondjapon van zijde uit 1884-86
Rechts: middagjapon van zijde uit 1885-88

In mijn bericht Carolines verkeerde baljapon kun je nog een jurk uit Carolines kledingkast bewonderen en in Daar komt de bruid laat ik ook haar trouwjapon zien.

Afbeeldingen: public domain, via www.metmuseum.org, New York, NY.

maandag 13 november 2017

Een kus van de Queen

Vandaag wil ik iets vertellen over een belangrijke gebeurtenis in het leven van welgestelde Victoriaanse meisjes. Over het moment waarop zij niet langer als kind, maar als volwassene werden beschouwd.
Eigenlijk was het hierbij zelfs niet genoeg als je ‘welgesteld’ was. Je moest uit de juiste familie komen of de juiste connecties hebben. Alleen dan kon je worden gepresenteerd... aan de koningin.

Dat evenement ging gepaard met veel gebruiken en tradities die ik zo goed mogelijk heb nagezocht voor Carolines presentatie in Thuis op Dunleigh Hall. Vlak nadat ik de scene had geschreven, besloten de makers van Downton Abbey om een kerstspecial uit te zenden rondom de presentatie van Lady Rose. Natuurlijk zat ik aan de buis gekluisterd! (En ja, ik heb mijn scene nog iets bijgeschaafd 😉.)


Adellijke jongedames zoals deze Lady Rose mochten sowieso aan het hof worden gepresenteerd als ze rond hun 18e jaar debuteerden en voor het eerst aan het uitgaansseizoen gingen deelnemen. Ook de dochters van belangrijke geestelijken en hogere leger- of marineofficieren hadden dit voorrecht. (Voor dochters van fabriekseigenaren, zoals Katie Shellesdale uit Op de vleugels van de wind gold dit niet.)
Hier komt ook mevrouw Simpson uit Thuis op Dunleigh Hall om het hoekje kijken. Als dochter van een admiraal is ze zelf gepresenteerd en heeft ze op haar beurt haar eigen dochter Nancy aan de koningin voorgesteld. Dat heeft Nancy’s aanzien verhoogd en ze heeft er een gunstig huwelijk aan overgehouden met een graaf.

Nu is mevrouw Simpson zo vriendelijk om ook een verzoek in te dienen voor de presentatie van de buitenlandse Caroline Milton. Om onbekende reden stemt het hof ermee in. Mevrouw Simpson moet dus een goede reputatie hebben gehad. En misschien hielp het dat de kroonprins bekend stond om zijn interesse in Amerikaanse meisjes? Hoe dan ook, ze ontvangt van het hof een oproep voor de 'drawing room' in Buckingham Palace op woensdag 10 mei 1876.
Deze datum heb ik niet helemaal zelf verzonnen; er werd echt een 'drawing room' gehouden. In oude krantenartikelen kon ik daarom lezen welke kleding koningin Victoria en de prinsessen op die middag droegen. Leuk om zulke details in mijn verhaal te verwerken!

Wat Caroline droeg was gebonden aan strenge regels. Haar japon moest licht van kleur zijn, bij voorkeur wit, met korte mouwen. Een sluier was verplicht, evenals twee witte veren in haar haren. En die mochten niet te klein zijn. De japon had een drie meter lange sleep, die Caroline over haar arm moest dragen tot ze aan de beurt was om de troonzaal binnen te gaan.


Je moest er iets voor over hebben om aan het hof gepresenteerd te worden. Om te beginnen stond het verkeer in de buurt van Buckingham Palace muurvast, zodat het rijtuig niets anders kon dan aansluiten in de file, met een groot publiek langs de zijlijn.


In het paleis aangekomen moest Caroline met de andere debutantes een eeuwigheid wachten tot ze aan de beurt was. En dat zonder te kunnen zitten of een slokje water te kunnen drinken.
Als het dan eindelijk zover was, kon de debutante haar sleep laten zakken en omringd door al die belangrijke leden van de hofhouding de troonzaal binnengaan.



Haar naam werd voorgelezen en ze moest een buiging voor de koningin maken. Een diepe buiging waarbij haar knie net de grond niet mocht raken. Daarna gaf ze de koningin een handkus.

Een diepe buiging, Illustrated London News, 21 mei 1887
© The Trustees of the Britisch Museum
Als de jongedame de dochter was van een hertog, markies of graaf kreeg ze een kus van de koningin op haar voorhoofd of wang. Die gewoonte werd afgeschaft toen de kroonprins en -prinses de 'drawing rooms' overnamen. Dat deden ze al regelmatig in de tijd van mijn boek. En al weet ik niet zeker of ze tot het einde bleef, ik was blij dat ik in elk geval een datum kon vinden waarop koningin Victoria wel zelf aanwezig was. Als Caroline dan toch gepresenteerd zou worden, dan ook echt aan de Queen!

Ook voor de prinsessen maakte de debutante een buiging en daarna kon ze vertrekken.
Dat was echter gemakkelijker gezegd dan gedaan, want het was onbeleefd om de koningin de rug toe te keren. Daarom moest ze achteruitlopen... met nog altijd die sleep van drie meter!

Dat was het dan! Weken van voorbereiding, een korte ceremonie en een heleboel zenuwen. Maar daarna hoorde ze wel bij de Society, werd ze uitgenodigd voor bals en feestjes die anders aan haar neus voorbij zouden gaan en had ze veel betere kansen om een geschikte echtgenoot te vinden. Voor een dame die aan het hof was gepresenteerd, gingen alle deuren open...

Tijdens een bal
Wilhelm Gause [Public domain], via Wikimedia Commons

Zie je op je mobiel niet alle afbeeldingen? Schakel dan over naar de internetversie van de site.

zondag 5 november 2017

Een brug tussen twee boeken

Door  het George Eastman House [No restrictions],
via Wikimedia Commons
Oplettende lezers die zowel Op de vleugels van de wind als Thuis op Dunleigh Hall hebben gelezen, vingen misschien een glimpje op van een oude bekende: Juliette Crawling, in 1856 getrouwd met bankier Edward Wallace.
De grote dag was aangebroken. Terwijl Katie in de indrukwekkende bruidsstoet de kerk binnen liep, zag ze tevreden dat alle versieringen goed tot hun recht kwamen. Samen met Juliette had ze de bloemen uitgekozen… De spanning steeg bij elke stap. Edward wachtte met zijn broer, die zijn getuige was, voor in de kerk en keek niet om naar zijn bruid. De andere gasten deden dat wel. Juliette was dan ook een plaatje in haar satijnen bruidsjapon, afgezet met veel kant en gecompleteerd met een witte sluier tot op haar middel, waarin een kunstig patroon was geweven. Ze droeg een boeket met orchideeën en rozen uit de kassen van haar schoonfamilie. Het was werkelijk prachtig.

Uit: Op de vleugels van de wind, hoofdstuk 38

[public domain], via James Gardiner Collection, flickr.com
Twintig jaar later, in 1876, geniet Juliette als mevrouw Wallace aanzien in de voornaamste kringen van New York. Genoeg om dochter Millicent met geschikte jongemannen in aanraking te brengen, iets waar mevrouw Milton voor haar dochter Caroline alleen maar van kan dromen in Thuis op Dunleigh Hall.

Er is me vaak gevraagd of ik een vervolg op Op de vleugels van de wind zou schrijven, maar het antwoord is ‘nee’. De verhalen van Katie, Jim, Megan en Scotty waren klaar en het zou niet interessant genoeg zijn om hen te blijven volgen. Daarom vond ik deze kleine knipoog zo leuk: een gastrolletje voor Juliette in Thuis op Dunleigh Hall, zonder dat ze te veel aandacht opeist.

Stiekem fantaseer ik dan zelf toch ook wel over die tussenliggende twintig jaar. Spreken Juliette en Katie elkaar nog wel eens? Kent dochter Millicent de penvriendin van haar moeder? Als Juliette in Thuis op Dunleigh Hall op de kade van New York over haar vertelt, wordt duidelijk hoe de scheepvaart is veranderd. Van de houten zeilschepen naar luxueuze oceaanstomers waarop ook Caroline Milton naar Europa reist. Hoeveel invloed heeft dat op Jims werk gehad?

Ik denk ook aan de Amerikaanse Burgeroorlog, waar Caroline als kind relatief weinig van heeft gemerkt. Maar zouden Jim en Scotty nog hebben gevochten? Heeft Katie haar verpleegsterservaring ingezet voor de vele gewonden? We zullen het nooit weten, wat ik ga geen poging doen om Lynn Austins trilogie te evenaren. ☺

Van Juliette verwacht ik wel dat ze zich als vrijwilligster heeft ingezet voor steun aan de soldaten van de Unie (voedsel, kleding, bemoedigende brieven). Ook na de oorlog doet ze immers veel aan liefdadigheidswerk en leert ze haar dochter op die manier naar anderen om te zien.

En hoewel het verdere verloop van Katie Shellesdales leven onbekend blijft, denk ik graag dat ze in elk geval op die manier invloed heeft gehad op haar vriendin… en op mijn nieuwe boek!