vrijdag 21 juni 2024

Kerstnovelle op komst

De zomer moet nog beginnen, maar toch vind ik het al leuk om uit te kijken naar kerst!

Dan verschijnt namelijk de kerstbundel Alles geef ik jou met twee winterse novelles, eentje van collega-auteur Leanne Pots en eentje van mijn hand. Leanne schrijft fijne feelgood in de moderne tijd, mijn verhaal is weer historisch.


In mijn novelle gaan we met de vrijgezelle Douglas terug naar het victoriaanse dorp Almsbrick. Omdat hij zich ongemakkelijk voelt bij de kerstbruiloft van zijn beste vrienden, huurt hij actrice Cara in om als zijn verloofde te introduceren. Cara heeft zo haar eigen redenen om op zijn voorstel in te gaan, want ze vreest dat Douglas’ veiligheid op het spel staat. Maar al snel geldt dat ook voor haar eigen hart…

zaterdag 20 januari 2024

Komt dat zien op de tentoonstelling

Een Wereldtentoonstelling in Amsterdam, wie had dat gedacht? Nou eigenlijk staat deze tentoonstelling – die officieel de vreselijke naam ‘Internationale, Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling’ kreeg – ook niet in het officiële rijtje wereldtentoonstellingen. Dat is misschien maar goed ook.

De indrukwekkende toegangspoort van de tentoonstelling
[Rijksmuseum, CC0, via Wikimedia Commons]

Al vanaf het begin was er gesteggel over de kosten en het draagvlak. Nederland was in de 19e eeuw geen industriële grootmacht, en daar ging op wereldtentoonstellingen toch de meeste aandacht naar uit. Dus werden in dit geval andere keuzes gemaakt, waarover straks meer.

Een overzicht van het tentoonstellingsterrein met links de enorme hoofdingang, daarachter het uit loodsen bestaande hoofdgebouw en rechts het park met diverse gebouwen en attracties
[Johan Conrad Greive jr., publiek domein, via Wikimedia Commons]

Als locatie voor de tentoonstelling werd het 22 hectare grote terrein achter het nieuwe Rijksmuseum aangewezen. Er verrees een reusachtige toegangspoort die ik in De weg naar Rose Cottage beschrijf:
De enorme toegangspoort met twee marmeren torens, minstens zo groot als die van het Rijksmuseum, deed Ryans adem stokken. Allemensen, wat een bouwwerk! De torens leken door kolossale olifanten te worden gedragen en ertussen was een groot rood doek gespannen, als een soort Oosterse sjaal of een bedoeïenentent. Als hij omhoog tuurde, kon hij afbeeldingen van exotische dieren op de torens zien en de bovenzijde deed hem aan hindoetempels in India denken – maar toch niet helemaal. Als dit een indicatie gaf van alles wat er op de tentoonstelling te bezichtigen viel… (uit hoofdstuk 22)

Bij de ingang van de tentoonstelling
[J. Dosseray, publiek domein, via Wikimedia Commons]

Achter die poort lag het hoofdgebouw van een reeks enorme loodsen waarin de inzendingen uit 28 verschillende landen werden tentoongesteld. België had zich ingespannen met bronzen beelden, fraaie tapijten en kantklosserij. Bij de Chinezen zag je prachtige zijde en een deftig Chinees woonhuis. Ryan is in De weg naar Rose Cottage niet de enige die de Engelse inzending nogal beperkt vindt. Er was dan ook geen steun of subsidie van de Britse regering geweest. En wat hij van de Nederlandse afdeling vindt, komt ook niet uit de lucht vallen. Een verslaggever van architectenblad de Opmerker schreef: 
‘Het lijkt hier wel alsof wij Nederlanders niets doen dan kaas eten, jenever drinken en sigaren roken.’

 

De galerij van het hoofdgebouw op de tentoonstelling
[Rijksmuseum, CC0, via Wikimedia Commons]

Natuurlijk maakte dit alles indruk op het publiek, maar met name op het internationale zakenleven, specialisten en de uitgenodigde hoogwaardigheidsbekleders. Voor de ‘gewone’ bezoekers, waaronder ook Daisy en Ryan vallen, was het naast dit hoofdgebouw aangelegde park veel leuker. Daar waren verschillende paviljoens, een muziekkoepel, eetgelegenheden, kramen… Je zou kunnen zeggen dat het iets meer van een kermis weg had.

Restauratie op de Wereldtentoonstelling
[Rijksmuseum, CC0, via Wikimedia Commons]

Ook de pers had een eigen paviljoen waarin journalisten van over de hele wereld hartelijk werden ontvangen en hun werk konden doen, van zoveel mogelijk gemakken voorzien. Want natuurlijk hoopte men op positieve berichten in de buitenlandse kranten. De Yorkshire Post and Leeds Intelligencer schrijft: 
‘Amsterdam is, however, not at all a despicable place for those possessed of means enough to enjoy the opportunities of domestic comfort which it offers. Everything is scrupulously clean, and good service is rendered by servants and waiters at all the respectable hotels. The food is remarkably good, and generally served up in a cleanly and genteel fashion.’

Prent van diverse gebouwen op de Wereldtentoonstelling, in het midden het perspaviljoen
[Emrik & Binger, CC BY 4.0, via Wikimedia Commons]

Ten slotte komen we op het onderwerp waarmee Nederland meer indruk kon maken dan met industriële prestaties: producten en mensen uit de koloniën. En daar gingen mijn haren toch enigszins van overeind staan.

Er was een apart gebouw waarin o.a. koffie, thee en tabak werden getoond, maar ook verzamelingen vlinders, schelpen, vogels en vruchten. Behalve handelswaar en bijzondere objecten werden echter ook ménsen naar Nederland gehaald om te bezichtigen. Zij ‘leefden’ in een nagebouwde Oost-Indische kampong of een soort grote circustent.

Prent van de Oost-Indische kampong op de Wereldtentoonstelling
[Rijksmuseum, CC0, via Wikimedia Commons]

Ik houd mezelf voor dat dit een heel andere wereld was. En ook dat dit de enige manier was waarop veel mensen met vreemde culturen en ambachten in aanraking konden komen. Tenslotte was er nog geen televisie en boeken waren erg duur, zoals je ook in De weg naar Rose Cottage kunt lezen. Wat mij vooral tegenstaat, is dat men andere culturen vaak per definitie als minderwaardig beschouwde. Terwijl Ryan en Daisy in De weg naar Rose Cottage juist allebei op hun eigen manier moeten leren dat voor God ieder mens waardevol is!

Ik hoop dat ik die boodschap door hun woordenwisseling op de tentoonstelling duidelijk laat zien zonder helemaal voorbij te gaan aan de 19e-eeuwse zienswijze. Precies zoals Douglas tijdens hun bezoek met een goed compromis voor de dag komt...

Afbeelding van de gamelan met dansers uit de Paris Illustré
[foto uit het boek Kermis van Koophandel van Ileen Montijn]

zaterdag 13 januari 2024

Amsterdam, die grote stad

Nadat ik op het idee was gebracht om mijn hoofdpersonen uit De weg naar Rose Cottage een Wereldtentoonstelling te laten bezoeken, ging ik eens kijken wat er kort na 1881 (het jaar waarin mijn vorige boek De draad die ons verbindt speelt) werd georganiseerd. En wat schetste mijn verbazing? In 1883 was er een tentoonstelling in ons eigen Amsterdam!

Het eerste wat ik vervolgens wilde, was Daisy met de paardentram laten reizen. Vraag me niet waarom, dat leek me gewoon leuk. Gelukkig bleek in de stad Shrewsbury nooit een paardentram te zijn geweest, dus het is voor haar net zo’n nieuwe ervaring geworden als voor mij. 

Paleis op de Dam tussen 1890 en 1900, met paardentram op de voorgrond
[publiek domein, via Wikimedia Commons]

Het was ook bijzonder om te zien hoeveel er in Amsterdam is veranderd sinds het bezoek van mijn hoofdpersonen. Gebouwen die inmiddels zijn afgebroken of vervangen, grachten die zijn gedempt... maar ook nieuwe bouwprojecten. De Amsterdamse Tentoonstelling werd bijvoorbeeld gehouden op een enorm braakliggend terrein achter het nog in aanbouw zijnde Rijksmuseum. Nu is daar het Museumplein.

Rijksmuseum kort voor de voltooiing (1883-84), gezien vanaf de Weteringschans
De luifels boven de ingangen zijn bijna klaar en de glas-in-loodramen in de Voorhal worden geplaatst.

[Andries Jager, publiek domein, via Wikimedia Commons]

Optrekje aan de Herengracht

Het statige grachtenhuis waar ik het echtpaar Van Westerhuyzen in De weg naar Rose Cottage laat wonen, is gebaseerd op het bestaande Huis Willet-Holthuysen. Dit dubbele woonhuis – gebouwd op twee kavels – verrees aan het eind van de zeventiende eeuw aan de Herengracht, die vooral werd bewoond door rijke kooplieden, burgemeesters en bankiers. Nu is het als museum te bezichtigen.

De voorzijde van Huis Willet-Holthuysen, Herengracht 605
[publiek domein, via Wikimedia Commons]

Daisy betreedt het pand natuurlijk meestal via de dienstingang voor personeel en leveranciers. De keuken heeft een belangrijke functie in het huishouden en is het domein van het personeel.

De keuken in Huis Willet-Holthuysen
[Txllxt Txllxt, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons]

En ik kan het niet laten om ook de prachtige salon te tonen, waar Daisy bij de voltallige familie op het matje wordt geroepen...

De damessalon in Huis Willet-Holthuysen
[Caro Bonink Amsterdam Museum, CC BY-NC 2.0, via Flickr]

Vondelpark

Tot slot neem ik jullie nog even mee naar het Vondelpark in de tijd van De weg naar Rose Cottage. Ik las namelijk dat er een prachtig nieuw hek werd ontworpen ter ere van de Internationale Tentoonstelling die mijn hoofdpersonen bezoeken. Op dat moment wist ik zeker dat zij ook het park en het inmiddels welbekende hekwerk moesten zien! Nog afgezien van de andere bezigheden die ik op die locatie gepland had... 😉

De hoofdingang van het Vondelpark aan de Stadhouderskade, met links op de achtergrond de huizen aan de Vossiusstraat (ca. 1883)
[A.T. Rooswinkel, auteursrechtvrij, via Stadsarchief Amsterdam]

Maar toen… kwam ik in het digitale krantenarchief een berichtje over de onthulling tegen. En wat bleek? Het nieuwe toegangshek werd pas in september geplaatst, toen de tentoonstelling ruim over het hoogtepunt heen was en mijn hoofdpersonen alweer lang en breed in Engeland zaten! Gelukkig vond ik ook een foto van vóór 1883. Zie je dat stelletje in de verte? Of zou het tweetal ruzie maken? 😉

De ingang van het park aan de Stadhouderskade met de opzichterswoning (1868)
[door Pieter Oosterhuis, auteursrechtvrij, via Stadsarchief Amsterdam]

zaterdag 6 januari 2024

Rondleiding door Abbington Court - de personeelsvleugel

Inmiddels hebben we een kijkje genomen in de imposante ontvangstvertrekken van Dunham Massey Hall, het landhuis dat model stond voor Abbington Court uit De weg naar Rose Cottage. Maar ik heb dit landhuis juist gekozen omdat de personeelsvleugel nog in tact was. Bij veel huizen is die óf gemoderniseerd óf in gebruik als opslagruimte. Dus vandaag leidt Daisy Wilkins ons rond door alle kamers waar zijzelf heeft rondgeneusd... pardon, gewerkt. 

Dunham Massey Hall met links de personeelsvleugel
[Dave Dunford, CC BY-SA 2.0, via Wikimedia Commons]

Beste lezer, bent u Abbington Court genaderd via de oprijlaan? Staat u voor de fraai gedecoreerde gevel met het familiewapen van de Grants? Dan staat u daar verkeerd! Ik ga u meenemen naar de personeelsvleugel en die ligt links van het grote huis. 
Wat? zegt u nu, niet in de kelder? Ach, u hebt vaker verhalen over adellijke landhuizen gehoord! Nee, beste lezer, op Abbington Court leeft het personeel boven de grond. Denkt u eens in hoe blij ik daarmee was toen ik mijn oude betrekking op Almsbrick Manor verliet! Nou ja… moest verlaten, maar wel met een doel.

De personeelsvleugel met een eigen poort. Rechts daarvan ligt het landhuis, links is een deel van het koetshuis te zien. Ook het koetshuis heeft een poort, waaraan Daisy bepaalde herinneringen heeft...
[Big Albert, CC BY 2.0, via Flickr]

Enkele bomen en bosjes markeren het onderscheid tussen het grote huis en de iets achteruit gelegen personeelsvleugel. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat aankomende gasten ons voortdurend in en uit zien lopen.

Binnenplaats

We zijn aangekomen bij de poort en passeren de portiersloge om de met keitjes geplaveide binnenplaats te betreden. Hij is niet zo fraai gedecoreerd als de binnentuin van het grote huis, maar minstens zo belangrijk. Vanuit deze vertrekken wordt het hele huishouden van Abbington Court draaiende gehouden.

Personeelsbinnenplaats, bekeken vanaf de poort. Linksachter is de deur naar de bijkeuken, helemaal links ligt de wasserij. 
[David Dixon, CC BY-SA 2.0, via Wikimedia Commons]

Bijkeuken

We lopen eerst maar eens over het plein naar de overzijde en stappen door de linker deur de bijkeuken in. Deze is bestemd voor alle werkzaamheden waar water aan te pas komt. Aha, er ligt verse groente op de tafel, dat betekent dat de tuinman al is geweest om die te brengen. Naast de keukendeur is een gootsteen van keramiek om ze in te wassen. Daarna slaan de meiden alles daaronder op. 
De gootsteen tegenover het raam, van robuuste tin, is voor het schrobben van potten en pannen, en er zijn houten wasbakken voor het afwassen van serviesgoed.

In de bijkeuken
[Damian Entwistle, CC BY-NC 2.0, via Flickr]

Keuken

Rechts van de bijkeuken ligt de grote keuken met een stenen vloer. De ruimte is hoog en heeft geen plafond. Het is fijn dat er zoveel ramen zijn, want als hier gewerkt wordt, is het behoorlijk warm. Om nog maar niet over alle stoom en rook te spreken!
Onder het gewelf aan de rechterkant is een groot fornuis geïnstalleerd. Aan de lange werktafel worden door verschillende keukenmeiden verschillende menu’s klaargemaakt: voor familie, kinderkamer en onszelf, het personeel. Ook mijn vriendin Emily werkte hieraan mee, voordat alles veranderde... 
Aan de linkerkant in de verste hoek staan kleinere kolenfornuizen, die o.a. worden gebruikt voor het maken van sauzen.
 
Aan de werktafel in de keuken
[David Dixon, CC BY-SA, via Geograph]

Butlerkamer

Aan de overzijde van de keuken is een deur naar het domein van de butler, meneer Turner. Hier zien we grote kasten voor fijn porselein en glaswerk, ladenkasten voor tafellinnen, en in het midden volop ruimte om dienbladen neer te zetten en schoon te maken. 
Onder het raam zijn houten wasbakken. Meerdere, inderdaad, want het glas wordt nooit tegelijk met het porselein afgewassen. Om vlekken te voorkomen spoelen de livreiknechten het glas speciaal met zacht regenwater af.

De butlerkamer
[Derek Harper, CC BY-SA 2.0, via Geograph]

Serveerruimte

Als we doorlopen, komen we in de serveerruimte, die toegang biedt tot de eetkamer. Dat is een prachtig vertrek met een verlaagde vloer en... O, heeft Lord Abbington die zelf al laten zien? Nou, we hebben hier een warmhoudkast, die via buizen door het grote keukenfornuis wordt verwarmd. Via het luik krijgen de livreiknechten alle luxe gerechten aangeleverd door de keukenmeiden.

Serveerruimte
[Mike Peel, CC-BY-SA-4.0, via Wikimedia Commons]

Eetkamer vanuit de serveerruimte bekeken. De gasten komen juist binnen via de trap aan de overzijde.
[Damian Entwistle, CC BY-NC 2.0, via Flickr]

Diensttrap

Als kamenier heb ik eigenlijk niets te maken met de maaltijden van de familie, behalve het ontbijt van mevrouw Grant. Nee, haar vertrekken horen niet bij de rondleiding. U staat erop, zegt u? Goed, dan zal ik u toch tonen hoe mijn werkdag begint.

In de keuken maak ik het dienblad klaar met thee en toast, evenals de laatste krant en binnengekomen post. Om 8.00 uur breng ik het naar boven, of als mevrouw eerder heeft gebeld. Natuurlijk gebruik ik niet de fraaie, beklede trappen in het huis. De diensttrappen zijn sober en praktisch, en met dit volle dienblad vind ik dat wel zo prettig.

Diensttrap in Dunham Massey Hall met boven de deur aan het eind van de gang een bellenbord
[foto uit 'A Country House at Work' door Pamela Sambrook]

Slaapkamer van mevrouw

Eenmaal boven loop ik de hele gang door en dan kom ik bij de suite van mijn mevrouw. Werkelijk, u vraagt veel van me als u mee naar binnen wilt. Maar voor deze ene keer zullen we een kijkje nemen. Zoals u wel zult verwachten, is de kamer van een dame luxe ingericht.

Hemelbed in de St Thomas-slaapkamer
[Damian Entwistle, CC BY-NC 2.0, via Flickr]

Waarom kijkt u niet even naar het prachtige uitzicht over de tuinen in plaats van naar het bed? Dan verzamel ik de was in de naastgelegen kleedkamer. Daar is altijd wel werk voor mij te vinden. De wasmeiden zijn te ruw voor de… nou ja, de kledingstukken van delicatere aard. O, ik krijg het hier veel te warm van. Laten we maar vlug naar beneden gaan, zodat ik u de wasserij kan tonen.

Wasserij

Kijk, de wasruimten liggen aan de overzijde van de personeelsbinnenplaats, vlakbij de portiersloge. Als u weet dat de familie jaarlijks zo’n 2.000 stukken tafellinnen, beddengoed en handdoeken in gebruik heeft, begrijpt u wel dat het hier altijd druk is. Persoonlijk linnengoed en schoonmaakdoeken reken ik niet eens mee. Hier links is de droogkamer, twee verdiepingen hoog. 
Hier wordt het huishoudkatoen en -linnen gedroogd, gesteven, gestreken en opgevouwen. Via twee katrollen takelen de wasmeiden de droogrekken omhoog en natuurlijk is er een grote werktafel. Ziet u rechts de standaard voor de strijkijzers?

Droogkamer
[Mike Peel, CC-BY-SA-4.0, via Wikimedia Commons]

Bediendenkamer

Als u nu denkt dat het werk nooit ophoudt... tja, dan hebt u wel een beetje gelijk. Gelukkig is er ook een vertrek waar we enigszins kunnen ontspannen: de bediendenkamer. Ik moet toegeven dat ik zelfs daar wel vaak verstelwerk mee naartoe neem.

Bediendenkamer van Speke Hall
[Rodhullandemu, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons]

In de bediendenkamer staat een grote houten tafel. Op vaste tijden eten we hier, en we verblijven er als we tussendoor een moment van rust hebben. Aan het eind van de middag hebben we de meeste tijd, als de familie thee heeft gedronken en meneer Turner de kleedgong nog niet heeft geluid.

Bediendenkamer in Stansted House
[Michael Garlick, CC BY-SA 2.0, via Wikimedia Commons]

Zo, nu hebt u gezien rond welke vertrekken ons werk plaatsvindt. Als u het niet erg vindt, ga ik eerst even zitten. Wacht, welke bel hoor ik nu? De kleedkamer van mevrouw Grant? Dan kan ik maar beter snel kijken wat ze nodig heeft!

zaterdag 16 december 2023

Rondleiding door Abbington Court - de ontvangstvertrekken

Vandaag nemen we een kijkje in het landhuis waar Daisy in De weg naar Rose Cottage als kamenier voor mevrouw Grant gaat werken. Als model voor het huis heb ik Dunham Massey Hall gekozen, omdat het een van de weinige huizen is waarvan de personeelsvleugel nog te bezichtigen is. Maar die bekijken we de volgende keer. Vandaag leidt de heer des huizes, Lord Abbington, ons rond in de voornaamste vertrekken...

Dunham Massey Hall met damherten
[Jeff Buck, CC BY-SA 2.0, via Wikimedia Commons]

Aankomst

Beste lezer, het is mij een eer u te verwelkomen in het voorouderlijk huis van onze familie: Abbington Court. Het Georgiaanse huis is gelegen in een groot park waarin al eeuwenlang een kudde damherten huist. Aan weerzijden van de oprijlaan lopen ze vrij rond en grazen tussen de rijen lindebomen die links en rechts oprijzen.

Damherten tussen de lindebomen
[Tanya Dedyukhina, CC BY 3.0, via Wikimedia Commons]

Aan de linkerzijde van de oprijlaan ziet u de met goud bedekte koepel van het koetshuis boven de stalmuren uit. Hierlangs loopt het personeel over het algemeen. En soms komen ze elkaar plotseling tegen onder de poort van het koetshuis...

Huis vanaf rechterzijde, kijkend naar koetshuis
[Damian Entwistle, CC BY-NC 2.0, via Flickr]

Vóór het grote landhuis komen meerdere oprijlanen samen bij een kleine rotonde van gras, zodat aankomende rijtuigen altijd een goed zicht op de belangrijkste façade hebben. Het landhuis telt drie verdiepingen en is opgetrokken uit rode bakstenen. De ingangspartij wordt benadrukt door de lichtere kleur en bewerkte pilaren. Bovenin het fronton zijn het familiewapen en -motto gegraveerd. 
Het is precies zoals ik in De weg naar Rose Cottage zeg: ‘Een aanzienlijke stapel stenen.’

De voorgevel van het landhuis
[Hans A. Rosbach, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons]

Binnentuin

We betreden het huis via de voordeur en komen eerst in een grote ontvangsthal met een traditionele zwartwit geblokte vloer. Nu ik u verder meeneem naar de zuidelijke gang, vind ik het een goed moment om uit te leggen dat de ontvangst- en familievertrekken van Abbington Court rond een fraai aangelegde binnentuin liggen. Ook de personeelsvleugel aan de linkerzijde van het huis is rond een binnenplaats aangelegd.

Zuidelijke gang, vanaf ontvangsthal. De ramen kijken uit op de binnentuin.
[Mike Peel, CC-BY-SA-4.0, via Wikimedia Commons]

Oostwaarts, beste mensen, oostwaarts. Of wilt u liever meteen een kijkje in de tuin nemen? Toen ik journalist Ryan Henley hier voor het eerst ontving, werd ook zijn oog er meteen naartoe getrokken. Ach, zijn opvoeding laat zich niet loochenen. Misschien vindt u net als hij de bloeiende planten interessanter dan de familiegeschiedenis. Geurende klimmers bedekken de muren, met Actinidia aan de noordelijke muur en verschillende soorten clematis. In het midden van de tuin staat een fontein.

Binnentuin, kijkend richting grote hal
[Peter Barr, CC BY-SA 2.0], via Wikimedia Commons]

Zitkamer Lady Abbington

We zouden dus oostwaarts de gang in lopen. Direct rechts treffen we dan meteen de zitkamer aan van wijlen Lady Abbington, mijn overleden echtgenote. Hier schreef zij haar brieven en regelde ze huishoudelijke zaken. Soms hield ze sollicitatiegesprekken. Het was ook haar privézitkamer. Mijn schoondochter, Sophia Grant, mag de kamer nu gebruiken, maar ik vrees dat zij een heel... laten we zeggen, ander leven gewend is...

Zitkamer van de vrouw des huizes. Haar drukke, geordende leven is duidelijk zichtbaar in de stapels boeken en tijdschriften, bolletjes garen en opgevouwen bruin papier dat vermoedelijk om pakketjes heeft gezeten…
[David Dixon, CC BY-SA 2.0, via Wikimedia Commons]

Studeerkamer

Nu, laat ik dan ook meteen maar tonen waar ikzelf voornamelijk mijn werkzaamheden uitvoer: de studeerkamer die aan dezelfde gang, maar juist aan de andere kant van de entree ligt. Ook ik kan dus de oprijlaan vanuit mijn kamer in de gaten houden. Ik ontvang hier zakelijke bezoekers, waaronder journalist Ryan Henley. Ik kon zien dat hij direct onder de indruk was van Lady Abbingtons grote portret dat tussen de twee ramen hangt. De reden daarvan is mij niet duidelijk, en hij dacht dat ik het niet merkte, maar het geeft mijzelf in elk geval het gevoel dat ik nog altijd met haar verbonden ben.

Studeerkamer met portret van her ladyship
[Mike Peel, CC-BY-SA-4.0, via Wikimedia Commons]

Grote hal

Laten we verder gaan met de rondleiding. We steken de binnentuin over en komen nu in het oudste én imposantste vertrek van Abbington Court. U moet het hoofd in de nek leggen om het sierpleisterwerk te bekijken, of de grote schilderijen in vergulde lijsten. Dit is de ruimte waar de jongere generatie samenkomt voor een bal met veel grandeur. Hebt u nog bijzondere personen op de gastenlijst zien staan?

Grote hal met de haard
[Damian Entwistle, CC BY-NC 2.0, via Flickr]

Salon

U knippert vast met uw ogen nu ik u meeneem naar dit zijvertrek! Ik moet inderdaad erkennen dat de muren van onze salon opvallend groen zijn. Maar ik heb mij door de dames laten vertellen dat ze goed passen bij de gordijnen van geel damast en vergulde lambrekijns. Overigens was dit oorspronkelijk de eetkamer. Laat me niet lachen, zeg! De keuken ligt namelijk helemaal aan de andere kant van het huis. Alle gerechten waren lauw tegen de tijd dat ze werden opgediend. Bij de verbouwing van 1850 heb ik een nieuwe eetkamer laten aanleggen. Daar neem ik u zo mee naar toe.

Salon met rechts de pilaren van de erker
[A Pillow Of Winds, CC BY-ND 2.0, via Flickr]

Tegenwoordig is de salon de plaats waar wij ons verzamelen voor het diner en na de maaltijd bijeenkomen voor entertainment. U kent ongetwijfeld de beroemde whistavonden die mijn schoondochter organiseert...

Eetkamer

Kom, we moeten opnieuw door de grote hal lopen om bij de huidige eetkamer te komen, aan de achterzijde van het huis. Vanuit de eetkamer hebben we ook een fraai uitzicht over de parterre en het kleine meertje.
Een kleine zitkamer vormt de entree naar de formele eetkamer. Na het overlijden van de burggravin heb ik hier wel eens gegeten, toen de eetkamer te groot en statig leek. Welja, oordeelt u zelf maar.

Bovenaan de trap naar de eetkamer. Rechts de ontbijttafel bij het raam. De openstaande deur leidt naar de serveerruimte.
[Damian Entwistle, CC BY-NC 2.0, via Flickr]

De vloer van de eetkamer - of wellicht moet ik eetzaal zeggen - is verlaagd en we moeten enkele treden afdalen om bij de grote mahoniehouten eettafel te komen. Rondom staan walnoten stoelen. In het hele huis moeten er 42 te vinden zijn, als er intussen geen exemplaren zijn verdwenen...
In de kleine poot van de L-vormige kamer staat een ontbijttafel bij het raam. Hier eten we regelmatig als er geen gasten zijn. Of als we een persoonlijke sfeer willen creëren. Beste mensen, schikt u aan?

Er is gedekt, my lord… Achteraan is de trap zichtbaar.
[Beverly Goodwin, CC BY-SA 2.0, via Flickr]

zaterdag 9 december 2023

In meneer Doyles drukkerij

Als ik bedenk hoeveel werk het in de 19e eeuw was om een boek of krant te drukken, ben ik steeds weer onder de indruk! Maar in de drukkerij waar Ryan Henley uit De weg naar Rose Cottage is opgeleid, voerde ander drukwerk de boventoon. Deze drukkerij lijkt opvallend veel op het Schotse Smail’s Printing Works, dat nu een museum is. 😉 Ryan zelf leidt ons vandaag rond...

De stadsdrukkerij, Haarlem door Charles Frederic Ulrich (1884)
De leerjongen staat naast een letterkast (met vakjes) uit een mok te drinken, terwijl achter hem twee mannen met een handpers aan het drukken zijn.

[Publiek domein, via Wikimedia Commons]

Allerhande drukwerk

Welkom, mensen, kom binnen. We starten in het kantoor van de drukkerij, waar we de opdrachten voor drukwerk aannemen en de administratie bijhouden. We moeten namelijk van elke opdracht een kopie bewaren, minimaal een half jaar lang. Maar die Schotse familie Smail? Nou, die heeft vanaf 1876 niets weggegooid. Wat een verzameling moet dat zijn!

In het kantoor van Smail's Printing Works
[via www.BritainExpress.com]

U wilt natuurlijk weten over wat voor opdrachten we het hebben. Dat is eigenlijk van alles: visitekaartjes, briefpapier, reclamefolders, uitnodigingen, aanplakbiljetten... Oorspronkelijk deden de grote boek- en krantendrukkerijen dit soort drukwerk erbij, zoals ook de broer van onze meneer Doyle in de stad Shrewsbury. Maar toen de industrie groeide, en daarmee de behoefte aan kantoorartikelen en advertentiemateriaal, zijn in steeds meer plaatsen kleine drukkerijen opgezet. In die tijd is meneer Doyle met zijn vrouw in het dorp Almsbrick neergestreken. Ik ben dankbaar voor zijn komst, want zo kon ik als jongen bij hem in de leer gaan. Zeven jaar, dat is de verplichte leertijd, en daarna kon ik in dienst komen of ergens anders aan de slag gaan als zetter of drukker. En dat... nou ja, ik neem aan dat u al hebt gehoord hoe beroerd ik dat heb aangepakt.

Letter voor letter

In de zetterij op de bovenverdieping zal ik een klein beetje van het praktische werk laten zien. We stellen namelijk alle teksten samen met losse loden letters.

De zetterij van Smail's Printing Works
[Tom Parnell, CC BY-SA 2.0, via Wikimedia Commons]

Ziet u de zetbokken met letterkasten langs de muur? Uit al die vakjes van de letterkast pakt de zetter de juiste letters en plaatst deze in een zethaak. Woord voor woord en regel voor regel zetten we zo de hele tekst. Op de kop, maar wel ‘gewoon’ van links naar rechts. Voor een visitekaartje lijkt dit nog wel aardig te doen, maar wat dacht u van een heel boek?
Nu geef ik liever niet al te hoog op van collega Stephen Taylor, maar als ervaren zetter kan hij toch in een uur een hele krantenkolom zetten. Een groot dagblad, zoals mijn werkgever The Daily News in Londen, heeft dan ook tientallen zetters in dienst.

Bij Grafische Werkplaats De Drukpers in Schoonoord heeft deze schrijfster haar eigen naam gezet (alléén haar naam!) en daar deed ze al best lang over. [Eigen foto]

Een hele pagina

Al het zetsel maken we uiteindelijk in een ijzeren raam vast, precies zoals het op papier moet komen. Het is belangrijk dat de letters dezelfde hoogte hebben, zodat ze allemaal worden afgedrukt. Vergelijk dit met het reliëf van een stempel of zelfs een vingerafdruk. Als hulpmiddel kunnen we ze met een plankje en een hamer op de juiste hoogte kloppen. Dat heet dresseren. Als alle onderdelen goed zijn vastgezet, nemen we het zware drukraam mee naar beneden.

Een krantenpagina is klaar om af te drukken
[via www.BritainExpress.com]

Start de persen!

Het drukken gebeurt in de machinekamer achter het kantoor, waar verschillende drukpersen zijn opgesteld. Voor veel teksten gebruiken we een degelpers, waar de drukvorm rechtop in staat en de degel met het papier ertegen wordt gedrukt met een scharnierende beweging.

Deze schrijfster drukt haar naam met een degelpers [Eigen foto]

Deze degelpers bedien ik met een voetpedaal, ziet u wel? Telkens bij het openklappen verwijder ik met mijn ene hand het bedrukte papier en met de andere leg ik een nieuw vel in. Hoe snel dit gaat, vraagt u? Ach, ik gok dat ik wel zo’n 400 à 600 vellen per uur kan drukken.

Dat mag wel in de krant!

En zo komen we bij onze dorpskrant, de Almsbrick Standard. Het eerste dat u vast opvalt, is dat er niet of nauwelijks plaatjes in staan. Dat geldt trouwens ook voor de landelijke Daily News. Er bestaan wel geïllustreerde kranten of tijdschriften, hoor. Neem de Illustrated London News waaruit ik mijn vriend Douglas in het ziekenhuis voorlees. De afbeeldingen in dit soort bladen worden in hout gegraveerd. Dat is een kunst op zich!

Der Holzschneider door Hans Rüger
[Publiek domein, via Wikimedia Commons]

Kijk naar al die details en u begrijpt hoeveel werk dit is. En dus hoe duur. De Illustrated London News laat originele afbeeldingen maken, maar er is ook een handel in houtgravures of kopieën daarvan op metaal. Meneer Doyle heeft op deze manier ook wel afbeeldingen aangeschaft, als hij denkt dat hij ze vaker kan hergebruiken. Waaronder een set bloemenplaatjes, u weet wel waarom...

De Illustrated London News van 8 maart 1879 toont hoe ook het cavalerieregiment van kapitein Grant zich met paarden en al inscheept om in de Zoeloe-oorlog te vechten
[Publiek domein, via Wikimedia Commons]

De persen waarmee zo’n groot landelijk dagblad als de Daily News wordt gedrukt, zijn niet te vergelijken met de apparatuur van meneer Doyle. Al in 1869 had The Times persen die 12.000 pagina’s per uur konden drukken. In Schotland gebruikt meneer Smail een cilinderpers voor het drukken van de wekelijkse krant (zo’n 800 exemplaren). Meneer Doyle heeft er dus ook eentje aangeschaft. Het is maar te hopen dat we voldoende lezers kunnen trekken!

Wharfedale cilinderpers bij Smail's Printing Works
[via www.BritainExpress.com]

Voornaamste bronnen
Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890.
Robert Smail’s Printing Works (gids National Trust for Scotland) 
Pasje en vierkant, een pagina over de broekdrukkunst en wat er mee te maken heeft door A.A.J. Buisman