'Uitschot,' noemt generaal Wellington de manschappen met wie hij tegen Napoleon strijdt. Schrijver Rudyard Kipling vertelt in zijn gedicht Tommy (1890) hoe soldaten worden geminacht totdat er een tijd aanbreekt waarin ze het vaderland moeten beschermen.
Toch beweert men dat mannen in uniform een bepaalde aantrekkingskracht hebben. Kennelijk maakte de beroemde rode jas ook indruk op mij, want het leek me ontzettend leuk om een soldaat als hoofdpersoon te nemen. En zo is Matthew Wilson uit De draad die ons verbindt aan zijn (eerste) beroep gekomen.
De Slag bij Peiwar Kotal op 2 december 1878 tijdens de tweede Anglo-Afghaanse Oorlog, waarin ook Matthew heeft gevochten door Harry Payne [Public domain], via Wikimedia Commons |
Generaal Wellington had niet helemaal ongelijk, want soldaten kwamen destijds uit de kansarme, onderste lagen van de samenleving. Als Matthew in 1871 samen met Tom in dienst gaat, is die situatie verbeterd door de invoering van een kortere diensttijd (ca. 6 jaar actieve dienst, gevolgd door 6 jaar reservetroepen). Daardoor is een afzwaaiende soldaat nog jong genoeg om een fatsoenlijk bestaan op te bouwen, en dat trekt iets beter gesitueerde jongemannen met een verlangen naar avontuur. Zoals Matthew dus.
North Staffordshire Regiment (64th Foot) door Harry Payne [Public domain], via Wikimedia Commons |
Was dat soldatenleven in vredestijd nou echt zo avontuurlijk? Ik waag dat te betwijfelen, hoewel reizen normaal gesproken voor velen niet was weggelegd. Matthews dag wordt nu bepaald door trompetsignalen. Soldaat J.E.A. Troyte beschrijft in september 1873 de volgende dagindeling:
Klinkt dit boeiend of niet? De parade of exercitie bestaat vooral uit het herhalen van gezamenlijke bewegingen om snel bepaalde formaties te kunnen vormen. Alle neuzen (of geweerlopen) dezelfde kant op. Je moet bedenken dat een veldslag in die tijd wordt gevoerd door legers die vrij letterlijk op elkaar af marcheren en vervolgens gelijktijdig hun geweren afvuren.
Royal Horse Artillery en 66th Foot voor de Slag bij Maiwand door Richard Caton Woodville, Jr. [Public domain], via Wikimedia Commons |
Ik vind het een vreemd gezicht als ik dit zie in bijvoorbeeld North & South over de Amerikaanse Burgeroorlog (zelfs met toeschouwers op de heuvels!). Of in de Sharpe-films die ik toevallig ontdekte toen ik inspiratie zocht voor Matthews uiterlijk (kwam ik wéér generaal Wellington tegen).
Matthew maakt deel uit van de lichte infanterie, wat hem meer bewegingsvrijheid, maar ook meer verantwoordelijkheid geeft. Hij wordt ingezet bij verkenningstochten, verrassingsaanvallen, hinderlagen en als scherpschutter. Van hem wordt meer eigen initiatief verwacht, terwijl de lijninfanterie meer als massa bevelen opvolgt, simpel gezegd.
De soldij die Matthew hiervoor ontvangt, bedraagt een shilling per dag (to take the Queen's shilling was de Engelse uitdrukking voor in dienst gaan). Hiervan worden inhoudingen voor groente, thee, de was, enz. afgetrokken, maar in vergelijking met andere arbeiders in die tijd is het niet slecht. Tom kan zelfs nog iets bijverdienen met werk als smid.
Veel inspiratie haalde ik uit de korte verhalen die Rudyard Kipling (bekend van The Junglebook) schreef over een drietal soldaten in India. Hij was de eerste in zijn tijd die gewone soldaten zonder rang neerzette als sympathieke, zij het niet al te verfijnde, personen. Die schreef over kameraadschap, sterke verhalen en trots op het regiment, maar ook over hondengevechten, slaande ruzies en kattenkwaad. Want zoals hijzelf beweerde in Tommy: mannen in barakken worden niet ineens heilige boontjes. Matthew wordt er alleen maar levensecht door.
Valt het je trouwens op hoeveel mannen op de bovenstaande afbeeldingen een snor dragen? Geloof het of niet, maar van 1860 tot 1916 stond in de uniformvoorschriften van het Britse leger het volgende:
The Manchester Regiment door Harry Payne [Public domain], via Wikimedia Commons |
Veel inspiratie haalde ik uit de korte verhalen die Rudyard Kipling (bekend van The Junglebook) schreef over een drietal soldaten in India. Hij was de eerste in zijn tijd die gewone soldaten zonder rang neerzette als sympathieke, zij het niet al te verfijnde, personen. Die schreef over kameraadschap, sterke verhalen en trots op het regiment, maar ook over hondengevechten, slaande ruzies en kattenkwaad. Want zoals hijzelf beweerde in Tommy: mannen in barakken worden niet ineens heilige boontjes. Matthew wordt er alleen maar levensecht door.
Eerste publicatie van Soldiers Three van Rudyard Kipling door JLRosenb [CC BY-SA 3.0], via Wikimedia Commons |
Valt het je trouwens op hoeveel mannen op de bovenstaande afbeeldingen een snor dragen? Geloof het of niet, maar van 1860 tot 1916 stond in de uniformvoorschriften van het Britse leger het volgende:
The hair of the head will be kept short. The chin and the under lip will be shaved, but not the upper lip…
De verplichte snor schijnt te zijn voortgekomen uit India en de Arabische gebieden, waar gezichtshaar een teken van mannelijkheid en macht is. En wat willen de Britten hier uitstralen? Juist, ja...
Als laatste deel ik via Pinterest graag de afbeelding met jullie die mij inspireerde tot de scene waarin Matthew Kerst viert tijdens een tussenstop van het troepenschip in Port Saïd. Daar moest ik gewoon iets mee doen, ook al had die arme Matt er helemaal geen zin in...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten