maandag 26 februari 2018

Etiquettelessen uit Dunleigh Hall - Deel 4

Ter ere van de Maand van de Historische Roman hebben de belangrijkste personen uit Thuis op Dunleigh Hall zich bereid verklaard een etiquetteles te verzorgen. Vandaag de vierde en laatste les...

Les 4: Wie het eerst komt...
door William Garney, graaf van Rassmore


❝ Vandaag bespreken we een onderwerp waar mijn Amerikaanse echtgenote aanvankelijk niets van snapte en mijn schoonmoeder nog steeds niet: adellijke titels.

Ik denk je ermee op moet groeien om te begrijpen welke waardigheid een aristocraat aan zijn titel ontleent. En hoe belangrijk het dan ook voor hem is op de juiste wijze aangesproken en behandeld te worden. Hoe vernederend het voor een graaf voelt als slechts een baronet vóór hem de eetkamer betreedt, of als... Maar ik dwaal af.

Laat ik beginnen met de juiste volgorde. De adel voert van hoog naar laag de volgende titels: hertog, markies, graaf, burggraaf en baron.

Er zijn maar 27 hertogen en zij staan ver boven de rest. De onderkoning van Ierland is bijvoorbeeld een hertog. Hij en zijn vrouw worden aangesproken met ‘Uwe genade’. Een hertog heeft vaak nog lagere titels die in vorige generaties zijn verkregen, voordat hij hertog werd. Zijn oudste zoon mag de een-na-hoogste titel gebruiken, diens zoon de titel daaronder, enzovoort. De andere kinderen van de hertog dragen ‘Lord’ of ‘Lady’ voor hun voornaam.

Onder de hertog komt de markies. Altijd als ik die titel hoor, moet ik denken aan dat akelige exemplaar in Londen: Lord Fellbourne. Een markies wordt dus aangesproken met ‘Lord’ voor zijn titel, en laten we nu maar gauw verder gaan naar de graaf.

Mount Stewart House was de Ierse zetel van de markiezen van Londonderry
Foto door Sitomon (Flickr) [CC BY-SA 2.0], via Wikimedia Commons


Ikzelf ben graaf van Rassmore. Eerlijk gezegd zijn graven een beetje standaard. Er lopen er honderden van rond. De juiste aanspreekvorm is in mijn geval Lord Rassmore. Noem me nooit Lord William, alsof ik slechts de zoveelste zoon van een hertog of markies ben. Ik wil niet arrogant klinken, maar het klopt gewoon niet. Ook in mijn familie komt overigens een lagere titel voor. Toen mijn overgrootvader in de adelstand werd verheven, werd hij burggraaf Dunleigh, enkele jaren later graaf van Rassmore. Maar ik zal er geen familiegeschiedenis van maken. De conclusie is dat mijn oudste zoon zich daarom Lord Dunleigh mag noemen. Jongere zonen mogen (in formele situaties) ‘the Honourable’ voor hun naam zetten. Daarmee ben ik ook begonnen. Op mijn 13e werd ik vervolgens Lord Dunleigh en toen mijn vader in 1875 stierf Lord Rassmore. Omdat dochters van een graaf ‘Lady’ voor hun voornaam mogen zetten, is mijn ongetrouwde tante nog altijd Lady Cecilia.

De burggraaf heb ik eigenlijk al genoemd. Ook mijn buurman, Lord Kilbrooke, is dat. Hoewel hij tien jaar ouder is dan ik, staan hij en zijn vrouw dus in rang onder mij.

De laagste titel is die van baron, zoals de vader van Suzanne Hepworth. Hoewel zij als adellijke dochter daardoor aan het hof gepresenteerd mag worden, draagt zij verder geen titel.

Helemaal onderaan de ladder heb je nog de Sirs: baronet en ridder, maar de les is lang genoeg zonder dat ik daarover uitweid.

Onderweg naar een verfrissing, afbeelding uit Punch, 1874
[No copyright], via www.victorianlondon.org

Als dit nog te volgen is, gaan we nu naar een groot diner. Wanneer alle gasten zich in de salon hebben verzameld, lopen we in paren naar de eetkamer. De heer met de hoogste titel begeleidt de dame met de hoogste titel die niet zijn echtgenote is. Geen ellebogenwerk, tenzij de gastvrouw de tafelschikking niet goed heeft georganiseerd. Als er twee graven of gravinnen zijn – neem mijn echtgenote en haar vriendin Lady Metterton – dan gaat degene met de oudste titel eerst. Aangezien er al twee generaties langer een graaf van Metterton bestaat, heeft Lady Metterton hier voorrang.

Ik kan niet ontkennen dat deze regels soms... bijzondere situaties opleveren. Jonge meisjes die vóór deftige matrones gaan of die door grijze oude mannetjes worden begeleid. Ik kan het ook niet helpen.

Tot slot de Amerikanen: die hebben geen enkele titel en hun vele geld brengt hen geen stap verder dan het eind van de rij, maar dat snappen ze zelf vaak niet. Daarom nodig ik mijn schoonouders maar niet uit voor een diner met een hertog. Mevrouw Milton zou zich nog in de deuropening langs hem proberen te wringen!

The End of Dinner door Jules-Alexandre Grün (1913)
[Public domain], via Wikimedia Commons

Gelukkig kunnen we over Debrett’s Peerage beschikken om te weten hoe het hoort, een jaarlijks boekwerk waarin alle titels zijn uitgewerkt. Ja, daar sta ik ook in. En daarmee moet mijn echtgenote bij de tafelschikking veel blunders kunnen voorkomen, hoe Amerikaans ze zelf ook is... pardon, was.



Alle etiquettelessen op een rijtje:
Les 1: Zwijgen is goud door Caroline Garney, gravin van Rassmore
Les 2: Kleren maken de dame door Imogen Bingham, burggravin Kilbrooke
Les 3: Een heer in de liefde door James Bingham, burggraaf Kilbrooke
Les 4: Wie het eerst komt... door William Garney, graaf van Rassmore

3 opmerkingen:

  1. Very educational!
    En ik zie het zo'n mrs Milton al doen! Haha ☺

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik ook. Jammer dat ik niet alsnog een scene kan toevoegen 😉

      Verwijderen
  2. haha, bewaar hem voor een volgend boek! of het boek erna... Je hebt trouwens ook hele leuke plaatjes erbij gezocht.

    BeantwoordenVerwijderen